Onbekende elfje gedicht
avatar

drspeeBlog @drspee

Een weblog dat ik regelmatig lees, is het blog van Martha P., die op Twitter te vinden is als @drspee. In haar blog ‘Drs Pee blogt een leven lang mee, wisselen blogs over de dingen die haar bezighouden zich af met taalblogs over allerhande onderwerpen aangaande de Nederlandse taal.

Nederlands op school

Als ik op de middelbare school had geweten dat ik Nederlands en vooral taalbeheersing verderop in mijn leven écht leuk zou gaan vinden, had ik vast en zeker opgelet tijdens de lessen Nederlands.

een_sigaretIk kan me nog precies herinneren hoe de leraar Nederlands zijn sigaretten inhaleerde en hoe lang het duurde voordat hij de rook, waarvan telkens vrijwel niets was overgebleven, weer uitblies. Na het inhaleren opende hij zijn mond in een Gulle-Gaperstand, waardoor je de rook een tijdje zag cirkelen in zijn mond.

Hij was een ware rookmagiër, deze leraar, en ik observeerde het ritueel van shagje rollen tot bijna zijn vingers verbranden met wiskundige precisie. Ik kende niemand die sigarettenrook zo gigantisch diep inhaleerde en zat iedere keer opnieuw vol verbazing te bedenken waar die rook allemaal bleef in zijn lijf.

Deze man rookte even fanatiek als ik niet luisterde.

We hadden dit rookmonster de laatste twee schooljaren, de leraar die ons in de eerste vier jaren les gaf had niet de juiste bevoegdheid om ons te begeleiden naar het eindexamen. Van hem heb ik, ondanks die bevoegdheid of misschien juist dankzij, wél veel geleerd. Hij was enthousiast over literatuur en vooral ook over poëzie. Hij liet ons gedichten lezen en liet ons voordrachten doen. Ik weet nog dat ik het wonderlijke dingen vond, die gedichten. De taalvondsten erin raakten iets, maar stoer als ik was liet ik daarvan niets merken.

Het elfje

Zo gebeurde het dat @drspee deze week een blog schreef over een dichtvorm waar ik nog nooit van had gehoord: het elfje gedicht. Er is een Nederlandse versie en een Amerikaanse. De Nederlandse variant laat ik even voor wat die is. Ik ga hier alleen in op het Amerikaanse elfje.

Martha schrijft:

‘In de Amerikaanse versie (cinquain) worden lettergrepen geteld. De eerste regel heeft twee lettergrepen in één woord en dat is meteen de titel, regel twee heeft vier lettergrepen. Regel drie heeft zes lettergrepen en beschrijft meestal een actie. Regel vier heeft acht lettergrepen en die laten meestal een gevoel zien. In regel vijf worden dan weer twee lettergrepen geschreven die een ander woord zijn voor de titel. Onderstaand gedicht van Crapsey houdt zich er niet helemaal aan. Dichterlijke vrijheid zullen we maar zeggen. Om kinderen niet af te schrikken, is dit in Nederland overgenomen met het tellen van woorden in plaats van lettergrepen.

Een Amerikaans elfje ziet er zo uit:

Listen…
With faint dry sound,
Like steps of passing ghosts,
The leaves, frost-crisp’d, break from the trees
And fall

Adelaide Crapsey

Misschien lukt het jullie om het gedicht om te werken naar een Nederlandse vertaling die aan de eisen van de Amerikaanse cinquain voldoet? Laat hem achter in de reacties. Vind ik leuk!’

Volgens Martha is het elfje uiterst geschikt kinderen te laten kennismaken met dichten.

Leuk-leuk

Leuk, dat elfje. Kinderlijk leuk zelfs. Ik waag me aan een vertaling. Moeilijk is het niet. Een beetje lettergrepen tellen en weten wat je wilt zeggen en hupsakee, klaar is Kees.

Het resultaat:

Luister…
Een zacht droog geluid
Stapt als geest door het bos
De bladeren van de bomen
Vallen

Bescheidenheid brengt een mens nergens in het leven dus ik zeg het zelf maar: best goed, mijn eerste elfje.

Ondertussen op Twitter…

elfje_tattooDrspee kijkt ondertussen op Twitter digitaal mee en recenseert met de volgende woorden: ‘Hij is prachtig Rita! Wil je hem onder mijn blog plaatsen? Zou ik super stoer vinden :D’

En direct daarna: ‘Zie dat je hem al plaatste, je hebt het helemaal begrepen.’

Voor de juiste waardering van haar woorden; drspee is Neerlandica en lerares Nederlands op een echte middelbare school.

Zo’n compliment kreeg ik nog nooit eerder in mijn leven van welke leraar Nederlands dan ook.

Nog een elfje

Ik heb er plezier in en gooi er een tweede elfje uit.

Morgen
Overmorgen
Vandaag als het echt moet
Is alles wat was en zal zijn
Voorbij

Martha reageert: ‘Deze is heel mooi, je hebt de smaak te pakken.’ Waarmee ze de woorden exact en precies uit mijn mond haalt.

Hoewel ik tot gisteren niet eerder van de dichtvorm ‘elfje’ had gehoord, kende ik vanzelfsprekend wel normale elfjes. Voor zover elfjes normaal kunnen zijn natuurlijk.

RixElfjesblog

Eerder dit jaar las ik in een ander blog over elfjes. Dit blog, genaamd RIX, is totaal anders dan alle andere blogs die ik ooit tegenkwam . Er spelen een aantal personages in, misschien fictief, misschien reeël, die tezamen een ‘ménage à six’ vormen, vanwege de naam van het blog misschien beter een ‘ménage à rix’ te noemen.

Ze leven in een wereld vol droge akkers, hoge wolken, een trage rivier en altijd de zee. Een Duitse bolide, Elfjes (met hoofdletter) en thee spelen een belangrijke bijrol. Niet onbelangrijk is dat de schrijver Vlaming is en woorden gebruikt of volgordes van woorden die jij en ik niet gewoon zijn, zo ga je volgens hem ‘op verlof’ in plaats van ‘met vakantie’.

De schrijver Rik V. , op Twitter @rikvera, vroeg op gegeven moment via Facebook woorden waarmee hij beloofde een blog te schrijven.

Een van de reacties daarop luidde: ‘Elfje’.

Ik schreef daaronder: ‘Twaalfje’.

De andere woorden waarmee een blog geboetseerd moest worden, waren ‘wolkbreuk’ en ‘Dordogne’.

Dit werd een deel van het verhaal:

‘Dichter is niet alleen. Naast hem zit een Elfje en Zij vangt het licht in de vleugels op haar rug en Zij heeft geen schaduw en Zij spreekt geen woord maar schrijft Haar verhaal in zijn ziel. Ze zitten hand in hand. Dichter is lichter vandaag. Lichter dan de wolken en lichter dan de zon. Lichter dan de lucht die hij ademt.

Wat verderop zitten Twaalfjes. Dat zijn gekneusde Elfjes. Elfjes die de vernietigend brute kracht van de niets ontziende mensensoort hebben geleden, maar het hebben overleefd en die nu rust en stilte zoeken tussen de Elfjes op de wolken. Ze praten stil en voorzichtig en aftastend met mensen, zelfs al zijn ze Dichter en leven ze in Woorden en in de Wolken.

De wolk breekt. “Dit is nu een wolkbreuk”, denkt Dichter. Dichter kijkt omlaag. Elfje houdt hem bij de kraag, bang dat hij vallen zou en de Twaalfjes fluisteren wat hij ziet. Onder hen verschijnt in de zon een breed landschap met aan de ene kant een Grijze zee en aan de andere zijde een vlakte die diepgroen is, kaal en dor. En door die dorre vlakte stroomt een trage stroom als een blinkend lint in dat dorre land. “Dat is de rivier Dogne”, fluistert een Twaalfje en ze grinnikt, “We zeilen over de Dordogne.”

“Dromer”, zegt Elfje en Elfjes kennen geen ironie, in tegenstelling tot Twaalfjes.’

Ik las schaterlachend over de Twaalfjes, die als gekneusde elfjes gelukkig het wapen der ironie ter beschikking kregen opdat hun kneuzingen draaglijk zijn. Geen mooier spot dan zelfspot.  😛

Deze blogger schijnt in het verleden leraar Nederlands te zijn geweest, maar dat is zeker en vast een nietszeggend soort van toeval.

Laatste elfje

Ter afsluiting nog een laatste elfje, opnieuw in de Amerikaanse variant, dat ik gisteren in de Elfjesexpres naar Wolfheze bedacht. Het voldoet niet aan alle vormeisen want de eerste regel is niet één woord met twee lettergrepen, maar deze dichterlijke vrijheid permitteer ik mezelf.

Een zon
Op zaterdag
En een maan op zondag
Maar wat moet ik met een dins op
Maandag

Terug naar school

Met mijn Nederlands kwam het op de middelbare school uiteindelijk toch nog goed. Het hele docentenkorps sprak zijn verbazing uit over de cijfers op mijn eindlijst. De VWO decaan feliciteerde me met de gemelijk uitgesproken woorden: ‘Dat jij het in één keer hebt gehaald Rita, dat had ik niet voor mogelijk gehouden en dan ook nog met deze eindlijst’. Ja, het was een echt stimulerend leerklimaat, daar op die openbare scholengemeenschap in het zuiden des lands.

Op mijn cijferlijst prijkten twee 8’en, waarvan één voor Nederlands.

Konijn

Link naar het volledige blog van Martha over elfjes.

Link naar het volledige blog van Rik over twaalfjes.

6 oktober 2013

Toegift

Ik ben zowaar een bekend elfje vergeten. Dorien L. wees me op ‘Elfje Twaalfje’ van Martine Bijl (voor de jongere lezers, dit is de presentatrice van Heel Holland Bakt, @HHBAKT). Hier het bijbehorende liedje met prentenboektekeningen van La Bijl over Elfje Twaalfje.


Reacties

Onbekende elfje gedicht — 8 reacties

  1. Vandaag schreef ik een giftig stukje over de zelfverklaarde experts in de sociale media, de daarbij horende blogs en wie daar wel eens stukjes leest, om dat te publiceren op socialmedia.nl.

    Dat is zoals uitgenodigd worden op een fijne poolparty en dan herrie schoppen en rondschreeuwen hoe stom je een poolparty vindt en hoe onnozel de mensen die er rondwaren en hoe dwaas de gastheer en hoe idioot de muziek. Niet echt sympathiek en ook niet erg slim.

    En niet terecht want ik heb veel te danken aan de sociale media, al ga dat hier niet allemaal openbaar maken. Wat ik wel verklaren wil is dat ik door de sociale media mensen heb leren kennen die ik anders nooit had leren kennen

    Vandaag schreef runningrita, eén van die eigenwijze wezens die me vanaf het wereldwijde web kwamen toegewaaid, een blog over Elfjes en rokende leraren Nederlands, de liefde voor taal en nog enige andere onderwerpen en daarin verwerkte ze zowaar een van mijn stukjes over Elfjes en Twaalfjes, dat ik een beetje vergeten was.

    Ik schreef het, weet ik geheel zeker, met eén hand tokkelend op de Blackberry tussen Antwerpen en Eindhoven. Ik had, om de verveling van een lange autorit te verdrijven, via Facebook woordjes gevraagd als inspiratie. Die werden me aangereikt en ik schreef over Elfjes en Twaalfjes, een wolkbreuk en de Dordogne. Blijkbaar wist ik er ook een diepere betekenis in te leggen, maar die kon ik me niet herinneren en ik vrees dat ik met de beperkte geestelijke middelen die me zijn geschonken door mijn schepper, die er als bij toeval zijn ingeslopen.

    Elfjes blijken dichtvormen te zijn waarbij je lettergrepen moet tellen. Tellen en dichten dat is zoiets als de linker en de rechter hersenhelft gebruiken. Tegelijkertijd. Bij mij leidt dat tot kortsluitingen in mijn hoofd die knetteren als twee onweders die tegen elkaar aan knallen. Geen goed idee dus. Ieder zijn meug.

    Bij mij zijn Elfjes die vertrouwd vreemde wezens waarvan ik er een aantal ken en die behalve mooi en teder ook ondoorgrondelijke zijn en in een bel leven waarin geen onder is en geen boven en geen links en geen rechts en geen vroeger en geen later en geen goed en geen kwaad en waarin dus niets is wat het lijkt en niets lijkt op wat het is. Ze zijn kwetsbaar broos en als je ze wil kennen word je zelf als van breekbaar dun porselein.

    runningrita had het in haar stukje over leraren Nederlands. Ikzelf ben dat ooit geweest. Of gedaan alsof.

    Tot mijn 16 wees niets in die richting. Ja, ik had veel fantasie, ik was een wereldvreemde dromer die veel las en het liefst van al lange opstellen schreef, maar ik was voorbestemd om iets met wiskunde te doen. Als ik mijn leraren mocht geloven, zou ik een nieuwe Einstein worden.

    Op mijn 16 werd ik ineens blind voor wiskunde en dan ben ik maar Neerlandicus geworden. Dat ik ineens blind werd voor wiskunde, werd ergens bedacht en diende een hoger doel. Ooit schrijf ik daar een roman over onder de titel “Wiskunde en het Lot”.

    Ik had ook geweldige leraressen Nederlands. Goede docenten maken geboeide leerlingen. Ze boeiden me en misschien koos ik daarom voor Nederlands, later, en niet omdat ik blind werd voor wiskunde.

    Mijn lieve leraressen Nederlands…. Soms waren ze pas afgestudeerde frêle dames en dweepten ze met mijn schreefkunsten en ik met hun oogopslag, soms waren het blonde vampen met een diepe doorrookte stem en een prachtige dictie, toeters en bellen en dito ogen waarin ik geheel adolescent verzonk, soms hadden ze een rode Mini Cooper en brachten ze me naar huis waarbij ik allerlei avonturen beleefde in die auto, echter alleen in mijn hoofd en soms waren ze mysterieus en afstandelijk koel als Mona Lisa. De lerares die ik ooit inderdaad als Mona Lisa tekende in het studententijdschrift, sprong enige jaren later onder een aanstormende trein. Mensen die houden van woorden en taal zijn nu eenmaal vatbaarder voor de donkere kanten van dit leven omdat ze veel woorden kennen om de ondraaglijke lichtheid van het bestaan en de onmetelijke pijn van een gebroken hart in alle tinten zwart te beschrijven.

    Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10-smartphone.

  2. Knorpot schrijft:

    Vandaag schreef ik een giftig stukje over de zelfverklaarde experts in de sociale media, de daarbij horende blogs en wie daar wel eens stukjes leest, om dat te publiceren op socialmedia.nl.

    Dat is zoals uitgenodigd worden op een fijne poolparty en dan herrie schoppen en rondschreeuwen hoe stom je een poolparty vindt en hoe onnozel de mensen die er rondwaren en hoe dwaas de gastheer en hoe idioot de muziek. Niet echt sympathiek en ook niet erg slim.

    En niet terecht want ik heb veel te danken aan de sociale media, al ga dat hier niet allemaal openbaar maken. Wat ik wel verklaren wil is dat ik door de sociale media mensen heb leren kennen die ik anders nooit had leren kennen

    Vandaag schreef runningrita, eén van die eigenwijze wezens die me vanaf het wereldwijde web kwamen toegewaaid, een blog over Elfjes en rokende leraren Nederlands, de liefde voor taal en nog enige andere onderwerpen en daarin verwerkte ze zowaar een van mijn stukjes over Elfjes en Twaalfjes, dat ik een beetje vergeten was.

    Ik schreef het, weet ik geheel zeker, met eén hand tokkelend op de Blackberry tussen Antwerpen en Eindhoven. Ik had, om de verveling van een lange autorit te verdrijven, via Facebook woordjes gevraagd als inspiratie. Die werden me aangereikt en ik schreef over Elfjes en Twaalfjes, een wolkbreuk en de Dordogne. Blijkbaar wist ik er ook een diepere betekenis in te leggen, maar die kon ik me niet herinneren en ik vrees dat ik met de beperkte geestelijke middelen die me zijn geschonken door mijn schepper, daar niet het denkvermogen voor heb en die er als bij toeval zijn ingeslopen.

    Elfjes blijken dichtvormen te zijn waarbij je lettergrepen moet tellen. Tellen en dichten dat is zoiets als de linker en de rechter hersenhelft gebruiken. Tegelijkertijd. Bij mij leidt dat tot kortsluitingen in mijn hoofd die knetteren als twee onweders die tegen elkaar aan knallen. Geen goed idee dus. Ieder zijn meug.

    Bij mij zijn Elfjes die vertrouwd vreemde wezens waarvan ik er een aantal ken en die behalve mooi en teder ook ondoorgrondelijke zijn en in een bel leven waarin geen onder is en geen boven en geen links en geen rechts en geen vroeger en geen later en geen goed en geen kwaad en waarin dus niets is wat het lijkt en niets lijkt op wat het is. Ze zijn kwetsbaar broos en als je ze wil kennen word je zelf als van breekbaar dun porselein.

    runningrita had het in haar stukje over leraren Nederlands. Ikzelf ben dat ooit geweest. Of gedaan alsof.

    Tot mijn 16 wees niets in die richting. Ja, ik had veel fantasie, ik was een wereldvreemde dromer die veel las en het liefst van al lange opstellen schreef, maar ik was voorbestemd om iets met wiskunde te doen. Als ik mijn leraren mocht geloven, zou ik een nieuwe Einstein worden.

    Op mijn 16 werd ik ineens blind voor wiskunde en dan ben ik maar Neerlandicus geworden. Dat ik ineens blind werd voor wiskunde, werd ergens bedacht en diende een hoger doel. Ooit schrijf ik daar een roman over onder de titel “Wiskunde en het Lot”.

    Ik had ook geweldige leraressen Nederlands. Goede docenten maken geboeide leerlingen. Ze boeiden me en misschien koos ik daarom voor Nederlands, later, en niet omdat ik blind werd voor wiskunde.

    Mijn lieve leraressen Nederlands…. Soms waren ze pas afgestudeerde frêle dames en dweepten ze met mijn schrijfkunsten en ik met hun oogopslag, soms waren het blonde vampen met een diepe doorrookte stem en een prachtige dictie, toeters en bellen en dito ogen waarin ik geheel adolescent verzonk, soms hadden ze een rode Mini Cooper en brachten ze me naar huis waarbij ik allerlei avonturen beleefde in die auto, echter alleen in mijn hoofd en soms waren ze mysterieus en afstandelijk koel als Mona Lisa. De lerares die ik ooit inderdaad als Mona Lisa tekende in het studententijdschrift, sprong enige jaren later onder een aanstormende trein. Mensen die houden van woorden en taal zijn nu eenmaal vatbaarder voor de donkere kanten van dit leven omdat ze veel woorden kennen om de ondraaglijke lichtheid van het bestaan en de onmetelijke pijn van een gebroken hart in alle tinten zwart te beschrijven.

  3. Heel leuk stukje Riet over ik meen Ter Beek. Hoe zou het met hem gaan?
    Ik denk dat cijferen en Nederlandse dichtkunst niet heel goed samen gaan (onze woorden zijn niet zo beknopt als in het Engels) maar dat weet ik niet zeker. Wel mooie techniek.
    Probeer ook eens de techniek van drs P. waarin hij het aantal lettergrepen laat aflopen tot 1.
    Gr D

  4. Beste Rita,

    Volgens mij heeft Maarten zijn eerstegraads bevoegdheid voor Nederlands pas later gehaald, hij kwam uit het basisonderwijs naar de Mavo.
    Zover ik weet heeft hij nooit gerookt, maar helemaal zeker ben ik daar niet van. Dat Stef ter Beek rookte, weet ik wel heel zeker.
    Ik ben benieuwd of er in de Nederlandse taal ook bijzondere dichtvormen voorkomen.

    Groeten,

    Wim Keller

  5. Leuk Rita! Er zijn nog veel meer leuke dichtvormen te vinden, zie Drs P met zijn ollekebolleke (weet even niet meer precies wat het inhoudt, maar wel dat het ingenieus is). Nu ga ik de techniek proberen die Dolf voorstelt. Het gaat over een wensdroom voor onze Pheidippidesloop:

    Pheidippidesloop
    Zeven lopers
    Mooie dag
    Veel zon
    Fijn!

    Laten we een flipboard neerzetten tijdens de loop waar de lopers hun mooiste Pheidippidesgedichten (liefst elfjes) kunnen schrijven!

    Groet!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maak de som af om je reactie te plaatsen * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.