Regen Run in Reims
avatar

Regen Run in Reims

Run in Reims

Op 20 oktober jongstleden deden twintig leden van mijn hardloopclub mee aan de Run in Reims, die voor de gelegenheid kon worden omgedoopt tot ‘Regen Run in Reims’; gedurende het spektakel regende het pijpenstelen en was het geen seconde droog.

Vooral de ‘demi-marathoniers’, zoals Fransozen ze plegen te noemen, hadden het zwaar door de gietregen, de 10 kilometer startte later toen het nog alleen gewoon regende.

#SixtyintheCity

Op 30 mei van dit jaar schreef ik me, boordevol ambitie en lichtelijk overmoedig, in voor de Halve Marathon in Reims op 20 oktober. Je kon kiezen voor een 10km, een halve of de hele marathon.

Als extraatje kon je ook kiezen voor een ‘champagne-visite’: in Reims zijn alle grote Champagnehuizen gevestigd. Het is dé Champagnestad van Frankrijk.

Onder de titel #SixtyintheCity schreef ik een verhaal over deze sportieve uitdaging die ik als zestigjarige aan zou gaan. Ik zag mezelf al in een slakkengang deze tocht lopen, even vergetend hoe makkelijk ik geblesseerd raak tegenwoordig.

Blessure

Het opbouwen ging voorspoedig, zo voorspoedig dat ik overmoedig werd en, toen ik weer een uur kon lopen zonder noemenswaardige amechtigheid, weer veel te veel ging lopen.

Het onmiddellijke gevolg: een geïrriteerde Fasciitis Plantaris.

Ieder normaal mens denkt bij deze woordcombinatie aan een Vegetarische Fascist, maar iedere normale fysiotherapeut bedoelt daarmee een geïrriteerde peesplaat onder de hiel.

Een blessure die niet te verwarren is met hielspoor. Bij hielspoor is er kalkvorming op het hielbot met een stekende pijn tot gevolg, bij de fasciitis plantaris is de pijn meer zeurend en minder duidelijk op een plek, maar over een groter gebied.

Vervelend.

Heel vervelend.

Ik kan beter gaan zwemmen. Dat schijnt, blessureleed-technisch gesproken, de hemel te zijn.

Maar ja, het is zo koud.

En nat.

Wat mij terugbrengt in Reims.

10 kilometer

Run in ReimsToen duidelijk werd dat een halve marathon er niet in zou zitten, schreef ik me in voor de 10 kilometer.

De blessure zou zo tegen september wel weer klaar zijn [NOT], zodat ik nog tijd genoeg had om me voor te bereiden [NOT] en gewoon lekker zou lopen op de 10km [NOT].

Dat inschrijven had trouwens opvallend veel voeten in de aarde.

De Franse organisatie vroeg je het hemd van het lijf en toen het zover was dat ik kon ‘submitten’, kwam de site terug met de mededeling dat deze persoon al was ingeschreven, en ook nog met hetzelfde e-mailadres.

Ha! Dan kennen de Fransozen mij nog niet. Ik grossier in e-mailadressen en in namen.

Dus schreef ik me in als Grietje Verduin (vraag mijn moeder maar naar het waarom van deze naam die dateert van voor de Middeleeuwen), met een heel ander e-mailadres.

Medische verklaring

Run in Reims De Franse organisatie verordonneert iedere loper een medische verklaring in te sturen en het uploaden van zo’n verklaring op de site is zo gebruiksonvriendelijk dat menig clubgenoot het uploaden van de medische verklaring uitstelde tot het (bijna) te laat was.

Ik deed het wel op tijd, maar mijn medische verklaring werd geweigerd, want ik had me ingeschreven als ‘Rita Verduin’ en op de verklaring stond ‘G.C. Verduin’.

Kortom, ik moest een nieuwe verklaring zien te krijgen op naam van ‘Grietje Verduin’.

Een mede-loopster is huisarts en zij werkte mee aan menig medische verklaring, zo ook aan die van mij. Het uploaden lukte en deze verklaring werd goedgekeurd.

Mee als publiek

Run in ReimsNaarmate het herstel van de fasciitis plantaris niet vorderde, kwam het besef dat lopen er niet in zou zitten. Als rechtgeaarde Hollander vind ik dat zonde van het geld. Gelukkig diende op het laatste moment mede-loopster Leontien zich aan, zij van die moeilijk te onthouden naam. Zij zou op mijn startnummer lopen als ‘Grietje’.

De-man-over-wie-ik-niet-schrijf had zich ook ingeschreven, en wat ik in mijn jonge jaren niet voor mogelijk had gehouden, zou gebeuren op mijn oude dag; we zouden samen met de hardloopclub op reis gaan.

Niets veranderlijker dan een oude man!

Jammer voor mij ging ik mee als publiek. Ik zou met een oranje zwaaihandje langs de kant van de weg staan, zodat de lopers mij zouden herkennen, want uit ervaring weet ik dat lopers in een meute ontdekken vanaf de zijlijn super moeilijk is.

GroepsApp

Zoals te doen gebruikelijk in dit decennium werd er een Appgroep aangemaakt en al ruim van te voren konden we genieten van het groepsgevoel. Ik ben daar een fervent deelnemer aan, maar de-man-over-wie-ik-niet-schrijf heeft het niet zo op digitaal chit-chatten.

Met een grote rimpel boven zijn ogen hoorde ik hem regelmatig zeggen: ‘Alweer 58 berichten’.

Gevolgd door een Grote Zucht.

‘Dat is gezellig’, was mijn antwoord.

‘Het is diarree.’

Waarmee maar weer duidelijk is dat mannen van Mars zijn en vrouwen van Venus.

Run in Reims

Op reis

We gingen op reis met vier auto’s. Op zaterdag heen, zondag lopen en champagne proeven en maandag weer terug.

De reis op zaterdag verliep voorspoedig. Uiteindelijk ook voor de auto die net de dag van tevoren een tik had gehad van een andere auto op de snelweg. De berijder, Will, zou net als ik meegaan als publiek. In zijn geval vanwege een dwarse achillespees.

Eenmaal in Reims aangekomen, was er genoeg tijd over om de startnummers te halen op het terrein van Champagnehuis Pommery, om de bekende Notre-Dame kathedraal te bezoeken en al dan niet een kaarsje op te steken, wat door de stad te slenteren en in kleine groepjes ergens in de stad te eten.

Iedereen lag op tijd in bed ter voorbereiding op de Grote Dag.

Petit-dejeuner

Op de dag van de loop moesten de halve-marathonlopers keivroeg opstaan (dat is Brabants voor véél te vroeg), waardoor al de dag van te voren te horen was hoe dit dappere tiental heur ontbijt zou nuttigen.

Wel of niet een petit-dejeuner in het hotel, wel of niet yoghurt, wel of niet met muesli, wel of niet… De lijst was eindeloos.

De Dappere Dodo’s maakten een foto voor de start en na de finish. Zoek zelf de verschillen.

Vanaf 8:30 uur liepen zij hun 21 kilometer, over een, ik citeer: ‘lelijk en saai parcours, door een lelijke en grauwe stad’.

Tsja Reims, daar kun je het mee doen.

Run in Reims

Avant le départ du demi-marathon

Ná de finish – met medaille!

Aanmoedigen

Wat verder in de ochtend stond ik klaar om te juichen, op kilometer 19, met mijn handje, een paraplu, een doos met stukken bananen en een stuk of wat Dextro’s.

Het was niet een beetje nat, het was zeiknat.

Al snel had ik me aangepast aan de Fransen om mij heen en riep ik, even vrolijk als zij:

‘Allez, allez!’

‘Bon courage!’

‘Encore deux kilomètres!’

Ondertussen high-fivend met iedereen die dat wilde.

Het was prachtig om te zien hoe iedereen zijn best deed en doorweekt zijn of haar eigen strijd streed met de kilometers.

Wát een halve marathon.

Je zult hem toch maar gelopen hebben!

In deze natte, natte omstandigheden.

Dat is niets minder dan heroïsch.

Bij de start van startvak zwart

10km’ers

De 10 km’ers hadden het, ontbijtwijs gesproken, makkelijker. Zij hoefden pas om 11:30 uur aan de start te verschijnen; iedereen smulde van het hotelontbijt.

Er bleek verwarring te bestaan over waar je het tasje met de droge kleding kwijt kan.

‘Dat kan áltijd bij de start’.

‘Nee, het moet bij de finish’.

‘Maar de start en finish liggen twee kilometer van elkaar’.

Het gevolg was dat ongeveer de helft van de groep hun droge spullen aan mij zou afgeven. Ik zou op ongeveer 800 meter na de start staan zwaaien met mijn handje.

Startvak zwart

De meesten van onze groep stonden in het laatste startvak: het zwarte vak. Je kon het startvak zien aan de hand van een gekleurde strook op het startnummer. Ik stond op mijn post toen het grijze startvak weg was geschoten, daarna volgde het roze startvak en uiteindelijk kwam daar het zwarte startvak.

De clubgenoten droegen merendeels hun speciale oranje Reims t-shirt. Heel makkelijk voor mij om te herkennen.

De tassen met droge spullen werden naast mij op het natte trottoir gegooid.

‘Veel plezier en lekker lopen!’, kon ik er nog achteraan roepen.

Tonny

Daarna was het wachten op Tonny, ons oudste groepslid, die eveneens de 10 kilometer liep.

Zij zou mij ook haar droge spullen geven.

Ik wachtte zo lang tot de bezemwagen langs kwam, maar alles wat ik zag: geen Tonnny.

Vreemd.

Ze zou toch wel gestart zijn?

Waar was Tonny gebleven?

3 kilometerpunt

Ik was het niet van plan, maar ben toch doorgelopen naar het drie kilometerpunt, vooral voor Tonny eigenlijk. Je moet er toch niet aan denken om 10 kilometer met de droge spullen op je rug te moeten hardlopen.

Gelukkig zagen we elkaar op dat punt wel.

Ook Tonny’s spullen kon ik meenemen naar mijn volgende aanmoedig-punt: het acht-kilometerpunt.

8 kilometerpunt

Ondertussen was de regen veranderd van een gestage stroom water in een aangenamer druppeltoediening. Nog nat, maar niet meer zo oerend hard als daarvoor. De paraplu kon aan de kant, bij de droge spullen, en de capuchon kon op.

De eerste die ik zag was de-man-over-wie-ik-niet-schrijf. Hij liep met een doornatte pet in zijn hand. Die kon hij ook wel afgeven, luister maar even mee met dit filmpje van 8 seconden.

Daarna volgden alle clubgenoten en Tonny passeerde als laatste. In haar leeftijdscategorie, die je bij een dame nooit mag onthullen, werd ze tweede (filmpje 24 seconden)!

Het was niet mistig, wat je misschien zou denken na het bekijken van de filmpjes. De mistigheid werd veroorzaakt door gesmolten Dextro die in de jaszak zat waarin ik mijn telefoon trachtte te beschermen voor de nattigheid: de camera zat onder de gesmolten snelle suikers. 😉

Het handje

Gedurende het aanmoedigen werd het handje gevaarlijk nat. Het bleek te zijn gemaakt van een soort hard karton.

Na verloop van alle uren aan de kant, zoog het karton zich vol water, werd zacht en uiteindelijk braken steeds meer vingers en ook de duim af.

Wat grappig was, was dat op het laatst allerlei lopers mij groetten met alleen hun pink en ringvinger omhoog.

Ik heb beloofd een nieuw handje te maken voor de clubgenote die het handje had uitgeleend aan mij. 🙂

Stoere verhalen

Na de loop volgden alle stoere verhalen over de regen, de kou, de spieren, de schoenen, het publiek, de lelijke stad, het gevoel en de finish!

Als ik het goed heb begrepen, was er zelden een betere douche dan die in ons Franse hotel.

De verdiende medaille werd trots getoond en sommigen hielden hem de hele dag om. Ik verdenk een enkeling ervan hem onder het kussen te hebben gelegd bij het slapen.

Champagne

Waar gewerkt werd, mag worden gedronken. Dat ging de groep in kleine groepjes doen. Een groepje van ongeveer zes mensen waaronder ik, ging naar de rondleiding bij Champagnehuis Taittinger, spreek uit: Teetûhzjee.

We waren aan de vroege kant en moesten wachten in een hal die deed denken aan een crematorium.

Allereerst volgde een film over de familie Taittinger, die sinds 1772 dit Champagnehuis leidt. Daarna daalden we af in de caves. We waren in de ‘cave historique’, de familie bezit ook nog een ‘cave moderne’. In onze liggen 2 miljoen flessen in de andere een slordige 8 miljoen.

Het rijpingsproces werd uitgelegd en dankzij meneer Van der Wiel, mijn leraar Frans van vroeger, kon ik het hele verhaal redelijk goed volgen. Het voert te ver om de geleerde lessen hier te herhalen, maar het was zeer de moeite waard, terwijl ik meestal te ongeduldig ben om goed te luisteren naar rondleiders.

Proeverij

Niettemin was het hoogtepunt van de rondleiding toch de proeverij. We kregen een Brut Reservée en een Prestige Rosé. Ik was verkocht toen ik de Brut Reservée proefde, wat een verfijning. De Rosé was ook super lekker, maar wat zoeter en ik heb verkies de iets pittigere smaak van de Brut.

In vergelijking met Champagne zijn alle andere bubbels toch echt minder lekker. Althans, vergeleken met deze Taittingers.

Wij vertrokken naar het hotel met een handvol tassen met sierlijk ingepakte flessen Champagne.

Gezamenlijk diner

In de avond genoten we van een gezamenlijk diner in hotel Continental dat bíjna aan de Rue de la Tirelire lag.

Heerlijk lijkt me dat, als iemand vraagt waar je woont, dat je dan kunt zeggen: ‘Aan de Rue de la Tirelire’. Dat is nog eens ‘joi de vivre’.

Er werd gespeecht, er werden complimenten uitgedeeld, flessen Champagne verwisselden van eigenaren en toen was het tijd om het hotel voor de nacht op te zoeken.

Afsluiter

Het was een gezellig en sportief weekend dat vraagt om een vervolg in een ander buitenland.

27 oktober 2019


Reacties

Regen Run in Reims — 1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maak de som af om je reactie te plaatsen * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.