Vervolg column Blindiaan voor Vereniging oog-in-oog
Bank
Deze dagen geniet iedereen van de heldere dagen, van de tuin, van een wandeling door een bos. Ik niet, ik zit tijd te morsen op de bank. Ik zou ergens zin in moeten hebben, maar de waarheid is dat ik nergens zin in heb.
Wat doe ik als ik tijd mors? Ik weet het niet. De tijd glipt door mijn handen. Ik zit op de bank en ineens is er een uur voorbij, dat is wat tijd morsen voor mij is. Ik heb niet eens de energie om plannen te maken. Ik zit alleen en bedenk welke dingen ik zou kunnen doen, maar die doe ik niet. Ik blijf stilletjes zitten op de bank.
De bank is van mij. De bank is geduldig. Van de bank hoef ik niks.
Stil
Ieders leven gaat verder en dat van mij staat stil. Zo voelt het. Ik ben alleen maar moe. Moe van de maanden die achter me liggen en moe van de maand die voor me staat. En daartussenin zit ik op de bank.
Vandaag sprak ik een lotgenoot. Zij bevestigde dat kijken met één oog vermoeiend is. In het begin heel vermoeiend en na verloop van tijd kost het leven met één oog nog steeds meer energie dan dat met twee ogen.
‘En dat blijft zo’, verzekerde ze me, ‘je zit in een rouwperiode. Het verlies van een oog is een groot verlies. Neem daar de tijd voor.’
Schaduw
Dat doe ik, niet eens zozeer bewust, eerder onbewust, door een beetje doelloos op de bank te zitten, de schaduw van de zon te zien, de heldere dagen wel best te vinden, de tuin de tuin te laten en die wandeling uit te stellen tot morgen. Of overmorgen. Of dan die morgen.
Morsen met de tijd, dat is het enige waarin ik uitblink op dit moment.
Wordt vervolgd…
25 september 2016