Vervolg column ‘Blindiaan’ voor vereniging Oog-in-oog
Scheef kijken
Binnen een dag na de schok weet ik dat het zicht in mijn oog is aangetast door een vaatafsluiting. Verder weet ik niets. Ik ben bang en ben ontstellend moe. Ik voelde me nog nooit eerder zo uitgeput als deze eerste dagen met een oog en een mik-oog.
Ik kijk scheef de wereld in. Het rechterdeel van mijn blikveld heeft voor mijn gevoel een dode hoek van enorme proporties gekregen. Om de haverklap knijp ik mijn goede oog dicht, alleen om weer bevestigd te zien dat ik vrijwel niets meer zie door het aangetaste oog.
Mijn tranen ontstaan uit onmacht.
Ik ben de grip kwijt.
Dagelijks leven
Ik klamp me vast aan wat mij zekerheid geeft. Voor mij is dat mijn werk. De routine van het gewone, dagelijkse leven houdt me overeind. Hoe moeilijk ook, ik ben drie dagen na de schok alweer op mijn werk.
Het normale patroon van mijn leven geeft houvast. Ik fiets naar mijn werk. Als ik er bijna ben, moet ik het talud op van een hoge brug over het Amsterdam-Rijnkanaal. Deze klim, twee keer per dag, staat symbool voor mijn worsteling. Het fietsen gaat niet gemakkelijk, maar als ik boven ben, heb ik het tóch weer gehaald.
Ik neem me voor nooit te zullen afstappen op deze brug. ‘Deze brug krijgt mij niet klein.’
Storm
Een week na het infarct stormt het. Met een heftige stormwind tegen knok ik mij de brug op. Ik zie dat iemand foto’s maakt van mij en de andere fietsers die naar boven kruipen.
Later die dag ontdekt een collega dat ik op de voorpagina van Nu.nl sta. Ik ben voor een dag wereldberoemd in Nederland.
Anders kijken
Ik ben me vrijwel voortdurend bewust van mijn veranderde blik op de wereld. Ik word er doodmoe van. In de eerste week al neem ik het wilsbesluit dat ik dit ga accepteren. Ik pijnig me niet met ‘waarom ik?’
Anders kijken vraagt anders zien.
Ik ga dat leren, hoe dan ook.
Wordt vervolgd…
28 maart 2016
Deze column verscheen ook in hardcopy-versie in het Magazine van de Vereniging Oog-in-oog. Hieronder een print daarvan.