Aan een dierbare
Soms ben je gedachten niet bij zomaar iemand, maar bij iemand die je dierbaar is en van wie je weet dat er verdriet is, of pijn, of verwarring, en toch leiden die gedachten niet tot actie.
Is het omdat je met lege handen staat?
Is het omdat je bang bent bemoeizuchtig te zijn?
Is het omdat je eigen leventje voorrang heeft?
Of is het met die ander precies hetzelfde, in je gedachten is de wereld vrij, maar in het handelen o zo beperkt door een ongemak als vermoeidheid of de dagelijkse routines van boodschappen, koken en koffie zetten.
Zacht fluister ik naar jou, mijn dierbare, heb moed en houd hoop. Wanhoop is sterk, maar hoop is oneindig veel sterker. Als je mijn brief leest, is het die zin die onthouden wordt.
19 december 2015
Mooi geschreven. …En inderdaad die laatste zin is zo waar!
mooi!