Feuilleton 3xVentoux040 – Actieblog uit 2012
Aflevering -2-
***
Wat is dat? Klimmen voor het goede doel?
In het geval van het 3xVentoux040-team betekent klimmen voor het goede doel: eerst 250 kilometer per week fietsen, dan trainingen inlassen met intervallen waarbij je 10-15 minuten stampt op de pedalen en ten slotte ervoor zorgen dat je tijdens al die trainingen voldoende en steeds meer hoogtemeters maakt.
De lange ritten zijn nodig voor het zitvlees, de intervallen om de pijn in je benen te ervaren en de hoogtemeters, dat is duidelijk, die spreken voor zich als je de Mont Ventoux gaat beklimmen.
Per fiets. Drie keer. Op een dag.
Dat is. 77 klimkilometers. Achter elkaar.
Dat is. Gekkenwerk.
Mentale hardheid
Om 77 klimkikometers te kunnen maken op een dag, heb je zitvlees voor nodig, kracht in de benen en mentale hardheid. Om deze drie elementen te trainen moeten we fietsen, fietsen en nog eens fietsen. En zoveel mogelijk klimmen.
Dat laatste is moeilijk als je in het platte Nederland woont.
Voor de afstanden gaan we kennismaken met de zogeheten toertochten, voor de intervallen hebben we de kortere trainingen na de warme maaltijd en voor de hoogtemeters hebben we: de Utrechtse heuvelrug, zigzaggen in het Rijk van Nijmegen tussen Berg en Dal en Beek-Ubbergen, koersen in Zuid-Limburg en de alles-in-een training: een toertocht in de Ardennen.
Toertochten
Deze zijn er vele in Nederland. Ieder weekend kun je kiezen uit diverse tochten die door het hele land te vinden zijn, hoewel het Zuiden en Zuidoosten het grootste aanbod hebben.
Als je lid ben van de NTFU (Nederlandse ToerFietsUnie) kun je stempels sparen in een speciaal boekje en aan het eind van het boekje krijg je een oorkonde.
Soms kun je kiezen voor een medaille, meestal niet.
Uitpijlen
De organisatoren van de toertochten zijn altijd oudere mannen, al dan niet met buikje, die, dat zie je direct, het heel gezellig hebben met elkaar, met de toertocht en met het vooruitzicht van het pilsje (of 6) achteraf.
De toertochten zijn uitgezet met pijlen en dat noemt de NTFU in krom Nederlands dat ze zijn ‘uitgepijld’.
Er is een probleem bij de toertochten en dat is dat onbekenden de pijlen weghalen. Daardoor raakt de deelnemende fietser de weg kwijt en dat is jammer.
Intervallen na de warme maaltijd
Dit type training is vooral in trek bij mannen die zonder schuldgevoel huis, vrouw, kinderen en tuin verlaten om er na afloop vrolijk op los te twitteren.
Voor anderen is het een schier onmogelijke opgave om na werken, koken, tafeldekken, aandacht geven aan knutsels of eindexamens, de fiets te pakken en er nog wat intervalkilometers uit te persen.
Vrouwen en wielrennen
Dit type training is dus feitelijk niet of op zijn positiefst, amper bereikbaar voor dubbel belaste personen, hetgeen heel toevallig vaak vrouwen blijken te zijn.
In het wielrennen treffen we opvallend weinig vrouwen aan. Vanwege de cultureel-antropologische positie van vrouwen in relatie tot schuldgevoel is dit overigens geen wonder.
Wielrennen vréét tijd en vrouwen hebben dientengevolge minder tijd dan mannen.
Hoogtemeters
In Nederland is het doorgaans hoogtemeters sprokkelen op viaducten, tunnels en bruggen. Sommige renners zien wij keer op keer hetzelfde viaduct op en af koersen en dan weet je: dat is een fietser die bezig is met zijn hoogtetraining.
Het is klimmen in de marge, maar dat moet je maar nooit zeggen als je er eentje bezig ziet.
Nederlandse heuvels
Om toch voldoende hoogtemeters te maken kun je de Utrechtse Heuvelrug in of op. Hier zijn de beklimmingen redelijk lang en niet steil. De beginnende fietser voelt zich al snel het mannetje.
Daarna moet er een keer worden gefietst in de buurt van Nijmegen en als Nijmegen wordt aangedaan, worden áltijd álle wegen die er zijn waarbij je van Berg en Dal (ligt hoog) naar Beek-Ubbergen (ligt laag) kunt fietsen, in het programma opgenomen. Aldus ontstaat een zigzagpatroon van circa acht wegen waarbij de klimmetjes kort en fel zijn en zo al snel tot de categorie ‘gore-rotklimmetjes’ kunnen worden gerekend.
Dit klimmen duurt te kort om er van te genieten en te lang om er van te balen.
Het echtere werk
Daarom komt in het fietsprogramma het echte werk in de vorm van Zuid-Limburg en, liever nog, de Ardennen op de agenda.
Nu hebben beide als nadeel dat ze liggen waar ze liggen. Dus Zuid-Limburg is ontzettend in het Zuiden en de Ardennen is ontzettend in de Ardennen en dat ligt nog zuidelijker dan Zuid-Limburg.
Schuldgevoel
Met de hoogtemeters-training is het daarom nog erger dan bij de intervaltrainingen; SCHULDGEVOEL in zijn zuiverste vorm steekt de kop op.
Men moet ervoor den-helen-dag dan wel inclusief-de-nacht op pad. Ter plekke is het vervolgens wel de hele dag goed fietsen want een tocht aldaar duurt minimaal acht uur.
Duidelijk is wel dat het lijden geleden moet worden en dat fietsen voor het goede doel geen lolletje is.
Optelsom
Alle trainingen bij elkaar opgeteld leiden door het lijden vanzelf tot de opperste voorbereiding op de dag der dagen.
Maar voor die tijd is menigeen, zoals schrijver dezes, opgevreten door een enorm, gigantisch, monsterlijk S-C-H-U-L-D-G-E-V-O-E-L dat groter is dan de hele Mont Ventoux bij elkaar.
Want; er zijn te weinig kilometers gemaakt, te weinig intervallen getraind, een te gering aantal hoogtemeters gescoord. Kortom, er wordt met angst en zweten afgekoerst op de dag der dagen.
Fietsen voor het Goede Doel is lijden. Lijden aan schuld, lijden aan de spieren en lijden aan een immens tekortschieten op het maken van klimkilometers.
Morgen verder…
17 februari 2020
Pingback: De mores van het wielrennen - runningrita