Peppi & Kokki in Viva Espagña: Vía Verde de los Ojos Negros
avatar

Dag 3 – blog-challenge

Via Verde de los Ojos Negros

Vía Verde de los Ojos Negros

De Vía Verde de los Ojos Negros ligt een flink stuk zuidelijker dan de Vía Verde de la Terre Alta, zie hier op Google Maps. We hebben Catalunya achter ons gelaten en fietsen in de provincie Arragon. Althans, het eerste deel is in Arragon. Het tweede deel, dat richting de kust gaat, ligt in de provincie Valencia.

In het kort is deze Vía Verde:

  • 150 km lang en eerder saai dan spectaculair
  • Makkelijk fietsbaar, vooral als je van het binnenland naar de kust fietst (wat wij deden)
  • Een ramp als je te dunne banden hebt en het flink heeft geregend
  • Heel, heel rustig, op een paar oude mannetjes na.

Afslag Valencia

Bij de start van de tocht wisten we niet hoever we zouden kunnen komen deze vakantie. Mijn conditie was niet best en eenmaal in Spanje bleken de heuvels die we verwachten, toch echt flinke bergen te zijn.

We moesten klimmen, klimmen, weer klimmen en vervolgens roef-roef naar beneden suizen om, beneden aangekomen, weer verder te gaan met klimmen, klimmen en o ja, klimmen.

In Spanje fietsen, betekent circa 80 procent van de tijd klimmen en 20 procent dalen. Daar moet je van houden. 😉

De route heet: ‘Onbegrensd Fietsen naar Andalusië’ en loopt van Girona in het noorden, naar Sevilla in het zuiden. Na verloop van een paar weken was wel duidelijk dat het al mooi zou zijn als we de stad Teruel zouden halen en dan van daaruit de zijtak naar Valencia nemen. In totaal zo’n 850 kilometer.

Via Verde de los Ojos Negros

Spoorlijn

De Vía Verde de los Ojos Negros is ook aangelegd op de route van een oude spoordijk en start even voor de oude stad Teruel (waarover een andere keer meer) en loopt helemaal tot aan de kust. Het eindigt in het stadje Sagunt; dat ligt ongeveer 30 kilometer ten noorden van Valencia. Valencia moet je trouwens niet uitspreken als Vaalensieja maar als Balenthieja.

Naar 1250 meter

Vanuit het binnenland naar de kust fietsen; dan verwacht je omlaag te gaan. Dat was ook zo, maar niet meteen vanuit Teruel, we moesten eerst nog een pas (puerto) over op 1250 meter, toch zo’n 250 meter stijgen.

Kreun-steun, Peppi dacht dat ze eindelijk eens een dag níet hoefde te klimmen…

Na de puerto ging het wel lange tijd naar beneden. In Peppi’s fietsrennersjargon: kilometers-moppen.

‘Fietsrennen’ moet natuurlijk wielrennen zijn, maar het woord is ooit door onze oudste zoon bedacht, zoals ook de sport ‘borduren met paarden’ (dressuur). Wij houden ze erin. Koesteren ze zelfs. Later zijn erbij gekomen: ‘waterborduren’ (kunstzwemmen), borduren op muziek (ballet), ijsborduren (kunstschaatsen) en wimpelborduren (ritmische gymnastiek met lint). Er valt veel te borduren als je er oog voor hebt.

Ik drijf af.

Via Verde de los Ojos Negros

Rode aarde

Grote delen van de route liepen door een landschap van rode aarde en olijvenboomgaarden. Heel mooi, die rode aarde.

Behalve als het veel heeft geregend en je dunne fietsbanden hebt, zoals Peppi. De rode aarde wordt door de nattigheid een grote kledderzooi van pottenbakkersklei. Leuk voor alle pottenbakkers in het land, maar niet leuk voor Peppi met haar oude randonneur.

Gevolg: de wielen draaiden niet meer en de hele fiets zat van boven tot onder, totaal onder de smeuïge rode aarde.

Peppi bleef hier niet rustig onder, maar vloekte de hele Spaanse pottenbakkerszooi bij elkaar.

Va Verde de los Ojos Negros

Agua no potable

De fietsen werden provisorisch schoon geschraapt met stokjes. Die van Kokki was er minder slecht aan toe; de banden waren net een slag meer zoals die van een mountainbike.

Na een klein halfuurtje moeizaam fietsen op de besmeurde fietsen, kwamen we langs een oud treinstationnetje dat nu dienst doet als pleisterplaats voor fietsers zoals wij. Er was zowaar een kraan, daar stond dan wel ‘agua no potable’ bij, maar als fietspoetsmateriaal deed het water heel prima dienst.

Het schoonmaken nam bijna een uur in beslag. Wat een kledderzooi, die mooie rode aarde.

Agua potable

Na een tijdje kwamen twee oude Spaanse mannetjes langsgefietst op fietsen die nog ouder waren dan die van ons en ze waren zeker twee keer zwaarder bepakt.

Beide stapten af en gingen uitgebreid al hun bidons vullen met het ‘agua no potable’. Een van hen sprak een paar woorden Frans en wist duidelijk te maken dat in Spanje al het water drinkbaar is, maar als het niet wordt gekeurd, moet er een waarschuwing bij dat het niet drinkbaar is. Dat moet van de ‘Gobierno’, waarvan wij uiteindelijk begrepen dat het ‘de regering’ betekent.

Wij hebben de proef op de som maar niet genomen. De mannetjes zagen er heel Spaans, heel verweerd en extreem gerimpeld uit.

Overnachting

Bijna halverwege zagen we aan de lucht dat het niet droog zou blijven. En inderdaad, nog geen kwartier later stortregende het met een fanatisme dat je in Nederland niet vaak ziet. Via Tripadvisor ontdekten we dat er een ‘hostal’ dichtbij moest zijn.

Onderweg daarnaartoe moesten we via een onverhard pad een stukje naar beneden. Kokki stapte af en liep netjes naast zijn fiets naar beneden, maar Peppi dacht dat het ook wel fietsend moest lukken.

Nou nee, dat was grootspraak.

Peppi viel.

Heel lelijk en onelegant donderde ze tegen de besteende vlakte waarbij de loeizware bepakte fiets op haar viel. Het gevolg: nog weken plezier van een stuk of acht blauwe plekken waarvan een ter grote van een kleine pannenkoek. Het andere gevolg: een kapotte voordrager, maar dat euvel werd pas een dag later ontdekt.

Hostal

Het hostal was een vreemd geval. Het was loeigroot, heel ongezellig en vooral ingesteld op busladingen vol dagjesmensen. Wij hebben ’s avond en ’s morgens de bejaardenuitjes zoals deze in Spanje plaatsvinden, kunnen aanschouwen. Conclusie: veel gewaggel, veel zwaarlijvigheid en een overvloed aan vrouwelijke deelnemers.

Maar, eerlijk is eerlijk, de hotelkamer was prima. Het uitzicht allesbehalve.

Tweede dag

De tweede dag dat we deze Vía reden, werd het weer in de loop van de dag steeds beter. Het werd een stralende dag.

Schaapsherder

In dit deel werd de route steeds slechter. Veel kuilen, slecht asfalt of helemaal geen asfalt en alleen maar stenen.

Hobbelie-bobbelie, zoals Peppi deze ondergrond placht te noemen. En dat een hele dag lang,

Halverwege de dag liepen we een schaapsherder met pas geschoren schapen tegen het lijf. Na al het gerammel op de fiets is het aangenaam even te kunnen stoppen en simpelweg te kijken naar het werk van de man, de hond en de schapen.

Kijk maar even mee.

Kamperen

We wilden weer eens kamperen aan het eind van deze Vía Verde. Helaas zijn Spaanse campings zonder uitzondering lelijk. In het binnenland worden ze bevolkt door weekendgasten die allemaal een toercaravan hebben met nog wat uitbouwsels ernaast en op alle campings staan al die caravans hutjemutje.

Kijk, luister en huiver…

Tot zover de 150 kilometer lange Vía Verde de los Ojos Negros. Nog even nagenieten van het bijna hoogste punt met de tegenwoordig onvermijdelijke windmolens (wat ik niet per se lelijk vind).

Hasta la próxima.

3 juli 2018

 


Reacties

Peppi & Kokki in Viva Espagña: Vía Verde de los Ojos Negros — 3 reacties

  1. Pingback: Peppi & Kokki eindigen in Valencia in Viva Espagña - runningrita Valencia

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maak de som af om je reactie te plaatsen * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.