Koninklijke familie
In september 2013 schreef ik een stukje over onze Koninklijke familie. Het eindigt met: ‘En zo leefden ze nog lang en gelukkig aan de, hoe kan het ook anders, Koningslaan!’
‘Lang’ blijkt nu ‘best kort’ te zijn. Vandaag is onze koningin heengegaan. Poes is dood.
Ze was niet ziek. Ze was niet oud. Integendeel, ze was levendig, zeer aanhankelijk en hooguit een beetje fors. Ze gaf nog een miauw toen ze vanmorgen te eten kreeg en werkte met graagte haar ontbijt naar binnen. Nog geen tien minuten later trapte ze ineens hard naar achteren met haar beide achterpoten, sidderde haar buik alsof er een vlinder in rond fladderde en stierf ze van de ene tel op de andere.
Een hartstilstand.
Poes is dood door een hartaanval.
Ik wist niet dat het kon, maar het is maar al te waar: Fanny is dood. Morsdood.
Typisch Fanny
Geen poes meer op schoot die als een baby recht omhoog tegen je aan liggend kopjes geeft als mokerslagen.
Geen poes meer op schoot die hartstochtelijk de hand die haar aait begint te likken. En ook al wil je dat niet, eigengereid gaat ze door totdat zíj er genoeg van heeft. Uiteindelijk ben jij het personeel en is zij de koningin.
Geen poes meer op schoot die al melkend, haar nagels alsmaar in je lijf prikt, dwars door je kleren heen. ‘Nee Fanny, niet met die nagels’, maar denk maar niet dat je dit gedrag bij deze poes kunt veranderen.
Geen poes meer op schoot die bijna onhoorbaar ligt te spinnen van genot.
Geen poes meer naast je op de bank die als een balletje opgekruld ligt te slapen en zo lijkt op een warm sierkussen met haren.
Geen poes meer die vreemde geluidjes maakt omdat ze ligt te dromen.
Geen poes meer die opgewekt met haar staart fier omhoog aan komt rennen omdat zij vindt dat het etenstijd is.
Geen poes meer die op de rand van de bank in slaap sukkelt.
Geen poes meer die voor het raam naar je kijkt terwijl je wegfietst voor een boodschap of naar je werk.
Geen poes meer die op je wacht bij de voordeur omdat ze wel onder de huizen door naar de voorkant kan, maar niet weet hoe ze terug kan komen, anders dan wachtend op haar personeel dat haar weer naar binnen laat.
Geen poes meer die in de lente behaaglijk in de zon ligt op het hout van de bank of in de zomer juist lekker in de schaduw op het dak van de schuur of onder het afdak van de overkapping achter in de tuin.
Geen poes meer die lief is, en aanhankelijk en ook knetter-eigengereid.
Dág Fanny
We waren deze zondagmorgen binnen tien minuten met haar bij de dierenarts. Ze was nog warm. De dierendokter luisterde met haar stethoscoop en we wisten het al, het is echt gebeurd. Zomaar, op deze maartse zondagmorgen, is Fanny doodgegaan.
‘Kijk’, zei de dierenarts, ‘haar tong is al blauw geworden’.
Die vermaledijde tong, waarmee ze zo irritant kon likken, was inderdaad al verkleurd en verklikte nu haar definitieve vertrek.
Wij namen afscheid van haar met een aai over haar zachte vacht en een brok in onze keel.
6 maart 2016
Verdrietig verhaal. Ik weet hoe het voelt. Sterkte.
Ach, verdrietig. Sterkte met het verlies…
Mooi geschreven, zoals we van jou gewend zijn. Verdrietig, dat wel maar met mooie herinneringen.
Agossie Poes.
Je zult haar missen.
Sterkte met het verlies
Wat een mooie ode aan Fanny.