Verwachtingen
Welke gek zet nu in haar Twitter-bio dat zij hardcore hardloper is?
Well, that’s me!!
Dat schept verwachtingen. Onder atleten geldt een absolute voorkeur voor beter, sneller en langer. Ik ben zo vaak geblesseerd dat het voor mij alleen maar slechter, langzamer en korter is.
Toch voel ik me op-en-top hardcore hardloper.
Hoe komt dat?
Het allerbelangrijkste is mijn liefde voor de sport. Ik vind atletiek in het algemeen en hardlopen in het bijzonder, in alle eenvoud, simpelweg prachtig. Je hebt er bijna niks voor nodig. Je kunt het met alle typen weer blijven doen, je komt het hele jaar door buiten en je kunt het altijd op je eigen niveau blijven doen. Tenzij je blessures oploopt. 🙁
Middenafstand
Ik houd van de snelle loopnummers. Sprinten is niet mijn persoonlijke favoriet maar op wedstrijden zijn het zonder meer mooie nummers. De pure snelheid geeft de competitie extra glans en de atleten zijn altijd net wat meer extravagant en extravert dan de gecontroleerde en meer ingetogen lange afstandsdames en -heren.
Ik heb mijn sporthart verpand aan de middenafstand, van 400m tot en met 1500m, met een absoluut zwak voor de 800m. Ik kan het niet vaak genoeg zien. Het gaat snel, er komt tactiek en techniek bij kijken en de wedstrijden zijn vrijwel altijd spannend.
In mijn eigen actieve wedstrijdperiode was mijn favoriete nummer de 800m. Als de race goed was ingedeeld, liep ik het laatste stuk met volslagen leeggelopen armen, wat een heel gek gevoel is. Mijn beste prestatie ooit was een derde plaats op de 800m bij de NSK 1984 (Nederlandse Studenten Kampioenschappen).
Ik ben altijd fanatieker geweest in mijn hoofd dan dat het lijf in werkelijkheid voor elkaar kreeg.
Wereldkampioenschappen Atletiek in Berlijn
In de zomer van 2009 fietsten wij met het gezin vanuit Utrecht naar Berlijn, via Europa Radweg 1 (spreek uit: Oiropa Raatweek Eints). Geheel toevallig – ik zweer het- arriveerden we aan in Europa’s bijzonderste hoofdstad in de week dat het WK Atletiek er plaatsvond. Natuurlijk moesten we toen kaartjes bemachtigen, dus op een dinsdagochtend zagen we, naast andere nummers, als grootste attractie de series van de mannen 200m.
Het hele stadion was voor Usain Bolt gekomen, wij incluis. Usain spreek je trouwens uit als Oeseen en niet als Joeseen (echt waar).
We zaten op de beste plaatsen, vlak boven de finish, maar ja, het waren de series nog maar. De echt snelle mannen houden zich nog in, je ziet ze om zich heen kijken vanaf zo’n 50m voor de finish en daarna houden ze zich zichtbaar in. Een beetje uitrollen en klaar is de serie. En de minder snelle goden gaan echt een heel stuk langzamer. Zelfs op het podium van wereldkampioenschappen zit er nog een heel verschil tussen de subtop en de échte top.
Na de series te hebben gezien, wilde ik beslist de finale zien. De kaartjes waren belachelijk duur, we waren ruim 300 euro kwijt voor vijf kaartjes en de kinderen konden nog op gereduceerd tarief. Maar dan ben je een keer in de stad waar zo’n mondiaal kampioenschap plaatsvindt en dan… Tsja.
Het was ‘once in a lifetime’.
De kaartjes die we konden krijgen waren voor plaatsen heel hoog op de tribune, bijna in de nok van het Olympisch Stadion (inderdaad, dat van Hitler in 1936) in de derde bocht. We zouden de atleten in het gezicht kijken bij hun start in de bocht en zouden ze op de rug gezien, zien finishen.
Op de tribune
Twee dagen later was de finale 200m mannen. In de avond om kwart over acht. We waren er ruim voor de wedstrijden begonnen. Waar ik meestal een abonnement heb op te laat komen (zie: de psychologie van te laat komen), was ik nu, ongeveer voor het eerst in mijn leven, zeer ruim op tijd.
Op de tribune zaten allerlei nationaliteiten, met vanzelfsprekend een meerderheid aan Duitsers. Die avond zou ook de finale zijn van het hoogspringen bij de vrouwen en een Duitse (Ariane Friedrich) maakte kans op een podiumplaats. Ze werd die avond derde met 2,02m, de polsstok lange Kroatische Blanka Vlašić sprong naar de wereldtitel met 2,04m.
Op de tribune werd voortdurend heen-en-weer gelopen. Het was irritant onrustig. Iedereen keek een eigen kant uit; bij atletiekwedstrijden zijn altijd tegelijkertijd verschillende nummers aan de gang. Wij zaten het beste voor het hoogspringen en voor de loopnummers, want ook al zaten we hoog en in de bocht, we konden het lopersveld heel goed volgen, zelfs tot en met de finale. We zagen die avond, naast dé 200m en het hoogspringen, ook finales 110m horden mannen, 400m horden vrouwen, de halve finales 200m vrouwen en kwalificatiewedstrijden voor verspringen mannen en kogelslingeren vrouwen.
Rond acht uur begon de onrust op de tribune me echt te ergeren. Dadelijk zou de finale van de 200m zijn, waar wij speciaal voor waren gekomen, en dan kon ik de wedstrijd misschien niet eens goed zien. Al snel bleek dat ik me voor niks zorgen had gemaakt. Alle andere wedstrijden werden voor korte tijd gestaakt en vanaf tien minuten voor de start bleef het publiek als een wonder ineens collectief zitten.
Ik had er niet bij stilgestaan, maar het hele stadion was gekomen voor die ene 200m.
Finale 200m mannen – WK 2009
Het voorstellen van de atleten konden we goed volgen via grote videoschermen. Het was wel duidelijk wie de publiekslieveling was. Onder geklap, gefluit en gejoel werd Usain Bolt voorgesteld, hij deed wat hij moest doen en voerde zijn bekende clownact op.
Daarna volgde het ritueel van de start. Het was muisstil in het stadion, dat afgeladen vol was. Dat alleen al is bijzonder om mee te maken, dat in zo’n korte tijd iedereen ineens doodstil is.
Na de start stond het publiek massaal op, wij ook natuurlijk. Het was ongelofelijk om live te zien hoe snel Bolt op voorsprong lag en hoe makkelijk hij doorliep het laatste rechte stuk. Hij liep een prachtig wereldrecord van 19,19 seconden en ik was erbij.
Het was de prachtigste flits van mijn heartcore hardloopleven.
Gelukkig hebben we de foto’s en de herinnering nog.
5 april 2014
mooi verhaal. ik ben een drietal jaren terug gefinished op de halve marathon in dat zelfde stadion! onvergetelijk…
charles