I Run Utrecht
Door de coronacrisis is er een verbod op allerhande evenementen, ook sportevenementen zoals hardloopwedstrijden. Maar als je (veel) traint, wil je wel af en toe weten waar je staat.
Twee weken geleden was er in mijn staatsie de I Run Utrecht, een solo straatrace voor 100 deelnemers.
Ik denk dat het niet de laatste solorace zal blijken (en blijven).
Doel
Eerst was er het gemis aan gezamenlijke trainingen, maar nu dat gemis grotendeels is verholpen doordat er aangepast mag worden getraind in kleine groepen, is de volgende wens om te meten hoe je het doet, in vergelijking tot de concurrentie, in vergelijking tot je laatste wedstrijdje of in vergelijking tot je conditie vóór de coronacrisis.
Meedoen aan een wedstrijdje kan natuurlijk ook dienen als doel om voor te trainen.
Wat de reden ook is, het is jammer dat meedoen met een loopevenement al een paar maanden niet meer kan.
U-Track
Bij U-Track, mijn atletiekvereniging, is het initiatief ontstaan in de lange-afstandsgroep om bij wijze van Zomeravondcup (waarover dit verhaal), in je eentje vier keer een 10 km te lopen of een halve marathon.
Door je tijd door te geven en het bewijs dat je de afstand echt hebt gelopen, door bijvoorbeeld een opname van Strava of een slim horloge te overleggen, ding je mee aan de clubtitel. Er moet minimaal drie keer zijn meegedaan en voor ieder loopje heb je een paar weken de tijd.
I Run Utrecht: dwars door de stad
De opzet van I Run Utrecht was simpel: het vertrek was midden in de stad, bij een nieuwe hardloopwinkel aan de Lijnmarkt. Daar kregen de deelnemers de eerste locatie te horen waar ze naartoe moesten lopen en als je daar was aanbeland, kreeg je het tweede navigatiepunt.
Het parcours was dus niet uitgezet zoals bij reguliere loopevenementen, maar de deelnemers moesten hun eigen route bepalen en daarbij mochten ze geen gebruik maken van een smartphone
Het eerste navigatiepunt was het Nijntjeplein en het tweede de Dafne-Schippersbrug en wel aan de Leidsche Rijn kant van de brug. In totaal had de organisatie 7,8 km gemeten als je de kortst mogelijk route zou lopen.
Zoon
Mijn zoon had zich ingeschreven. De avond vooraf vroeg hij of ik mee wilde fietsen met hem. Er stond wel dat je geen smartphone mocht meenemen, maar er stond niet dat je je moeder, die een fenomenaal oriëntatievermogen heeft, niet mocht meenemen. Dat wilde moeders wel.
Hij moest zich voor 10 uur in de morgen melden. Zodoende fietste ik al vroeg met het kind achterop richting de stad. De laatste twee kilometers gebruikte hij om in te lopen.
Start
Na de start riep hij ‘Nijntjepleintje’, en ik riep terug: ‘Easy-peacy, gewoon de Oudegracht aflopen.’
‘Is dat bij het Nijntjemuseum?’, riep hij terug.
‘Nee, dat is de andere kant uit, het Nijntjepleintje is een pleintje van niks eigenlijk, er staat een plat beeld van Nijntje’.
Het beeldje komt ook terug in dit blog over Nijntje.
Dafne-Schippersbrug
Het Nijntjepleintje ligt een ruime kilometer van het hart van de binnenstad, dat leek me geen 7,8 kilometer te worden. Maar al snel werd duidelijk dat het tweede oriëntatiepunt de Dafne-Schippersbrug was (zie: foto bovenaan dit verhaal). Die ligt wel een aardig eindje van de binnenstad af.
Op de fiets pijnigde ik mijn hersens wat de snelste route zou zijn, Zo vaak heb ik de Dafne-Schippersbrug nog niet gefietst; hij ligt helemaal aan de andere kant van de stad, daar kom ik niet vaak.
Een oudere man die op de stoep liep, schoot te hulp: hij vertelde hoe we dwars door de wijk Lombok moesten lopen richting Oog-in-Al, wat geen bezwering is, maar de naam van een van de betere Utrechtse wijken.
Denderen
Ondertussen denderde het kind verder met 17 kilometer per uur. Nadat ik even was gestopt om de weg te vragen aan de man op de stoep, moest ik met een noodgang achter hem aan. Hij was al zo’n 400 meter verder en hij moest linksaf.
Ik fietste alsof mijn leven ervan afhing en kon nog net op tijd schreeuwen: ‘Linksaf bij de stoplichten’, en daar ging hij: de Vleutenseweg over richting de smalle straten van Lombok. Wonder boven wonder kwamen we precies bij de sluis uit in het Merwedekanaal en dat betekende dat we exact op de plek uitkwamen waar het fietspad richting Dafne-Schippersweg begint. Korter kon bijna niet.
Vochtige hitte
Ondertussen was het bloedheet en zweterig. Het leek wel alsof ik zelf meedeed met het wedstrijdje zozeer liep het zweet uit alle poriën.
‘Gaat het?’, riep ik naar zoonlief, ‘Ik heb er niet aan gedacht om water mee te nemen.’
‘Het gaat, maar het is wel warm.’
Bij de brug aangekomen naam hij met zevenmijlstappen de trap omhoog. Ongelofelijk, wat een tempo!
Stadshart
Na het plakken van een sticker, het bewijs dat je bij de ‘stempelpost’ ben geweest, moest hij terug naar het stadshart.
Terug ging het, dwars door Park Oog-in-Al en daarna via de Leidseweg. Af en toe kwamen we tegenliggers tegen, te herkennen aan hetzelfde T-shirt dat verplicht aan moest, of er werden voorlopers ingehaald.
Met gevaar voor eigen leven stak hij het waanzinnig drukke kruispunt bij het station over dat vlak bij het fietstunneltje onder het spoor ligt en weer kon ik het grote mes erop gooien om hem in te halen, want ik was braaf blijven staan voor het stoplicht.
Vredenburg
Bij Vredenburg aangekomen loodste ik hem door een wandelaarssteegje waarna hij het plein schuin kon oversteken. Het tempo bleef onverminderd hoog.
‘Na de Lange Elisabethstraat, gaan we de Steenstraat in en dan rechtsaf de Choorstraat in, dan is het nog zo’n 200 meter tot de finish op de Lijnmarkt.’
En in de Steenstraat: ‘Zet je eindsprint maar in’, en weg was hij.
Ongelofelijk, wat heeft dat kind een tempo en kracht.
Na de finish
Hij bleek hij 3e overall te zijn geworden: een knappe prestatie aangezien nummer 2 de Nederlands kampioen Steeplechase is en nummer 1 een heel snelle 5 kilometer loper uit Utrecht.
Na de finish bleek hij er korter over te hebben gedaan dan was gemeten door de organisatie: 7,7 kilometer, en ook ruim korter dan de nummers 1 en 2, die bijgevolg nóg harder liepen.
Dat is vast te danken aan het slimme lopen door Lombok en Park Oog-in-Al. Met dank aan moeders.
Alle uitslagen staan hier.
28 juni 2020
Duidelijk Veluweloop-waardig.
Goeie genen in de benen! 😛