Kerstavond
Traditiegetrouw gaan wij Chinezen op de dag dat mijn vader jarig zou zijn. Vandaag, kerstavond, zou hij 90 jaar zijn geworden, maar voor mij geen Chinees vanavond.
Ik wilde al langer van de traditie af, vond het na tien jaar wel genoeg eigenlijk, en dat is alweer vijf jaar geleden.
Geweest is geweest. Toen hij nog leefde was ik er ook niet altijd bij op die verjaardag-kerstavond, waarom wordt dat nu wel verwacht?
‘Voor mama’, zegt mijn zus.
Levenslust
Ja, dat is een ding. Na het overlijden van een van de twee na een goed huwelijk, is het leven niet meer zo leuk als het altijd was. En heus, mijn moeder doet haar best en haar levenslust doet de rest (dat rijmt).
Zo’n verjaardag is ieder jaar weer een beladen dag. Die is zéker niet meer zo leuk als hij altijd was.
Hoewel, van mijn vader hoefde het allemaal niet zo. Die hoefde niet per se een kamer vol bezoek.
Evengoed kwam die kamer vol volk er toch, want mijn moeder viert alles en dat altijd. Hij had maar te volgen en de drank in te schenken.
Verjaardagen
Ik herinner me de verjaardagsavonden nog goed, die aan de Sonseweg nog vaagjes, maar die aan de Bolognalaan staan mij nog helder voor ogen. We hadden er altijd een in de zomer, vaak in de bloedhitte van eind augustus, en we hadden er een op kerstavond, dan mopperde iedereen dat ze het zo druk hadden gehad en vlogen de Katholieken in het gezelschap rond elf uur uit om de nachtmis op tijd te halen.
Nog niet jarig
’24 december is een rotdag om jarig te zijn’, zei mijn moeder altijd.
Mij leek rond 5 december erger, want dan legde jouw verjaardag het hoe dan ook af tegen die van Sinterklaas.
Mijn vader vond er niet zoveel van geloof ik. Die was gewoon jarig en bovendien, hij wist niet beter. Vanaf zijn geboorte was hij al jarig op kerstavond, dus dat je dan nog niet jarig bent, is aan hem voorbij gegaan.
Gezelschap
Op de verjaardagen bij ons thuis splitste het verjaarsgezelschap zich als de zee voor Mozes; de mannen zaten op de lekkere stoelen in de voorkamer en de vrouwen zaten op de hoge stoelen die erbij werd geschoven. En iedereen zat in een soort van cirkel.
In het begin van de avond was het gesprek meestal nog centraal, maar naarmate de kamer voller werd en er meer hoge stoelen bijkwamen, splitste het gesprek zich in een mannengesprek en een vrouwengesprek.
We spreken ongeveer midden jaren zeventig, Dolle Mina en Man-Vrouw-Maatschappij was aan Eindhoven, en in het bijzonder aan het stadsdeel Woensel, geheel voorbij gegaan.
Mannen versus vrouwen
De mannen hadden het altijd en eeuwig over politiek en de vrouwen hadden het over…?
Ik weet het niet. Ik ging altijd bij de mannen zitten. Dat ik een paar jaar later politicologie ging studeren had vast te maken met die verjaardagen, want ik vond het kei-leuk, al die verschillende meningen.
Kaas en worst
Natuurlijk werd er verwacht van mij en mijn zus dat we rondliepen met vooraf klaargemaakte borden met blokjes kaas met een uitje erop en plakjes worst met een stukje augurk erop. De augurk ging nooit op de kaas en de ui ging nooit op de worst. Waarom dat zo strikt gescheiden werd weet ik niet, maar het was wel lekker overzichtelijk, zoals je ook exact kon voorspellen welk bezoek waar ging zitten.
Limonadeglaasjes
Midden op de tafels, de gewone lage salontafel voor en onze hoge kampeertafel achter, stonden twee limonadeglaasjes klaar, een glaasje met sigaartjes en sigaren, de merken weet ik niet meer, ik denk Agio en Hofnar omdat mijn opa’s die rookten, en een glaasje met sigaretten, de helft met en de helft zonder filters. Die met filter waren van mijn moeder. Ze rookte Peter Stuyvesant, van de charmante zeilschepenreclame en die zonder filter waren van mijn vader. Hij pafte in zijn leven heel wat Caballero’s weg. Ik zie nog de mosterdbruine pakjes die, hoe dan ook, een enorme stoere-mannen-uitstraling hadden.
Vrijwel al het bezoek rookte er destijds lustig op los, de rookvrije-generatie was nog ver weg. Al gauw hing er een blauwgrijze wolk tegen het plafond. Hoe blauwer de kamer, hoe luider de gesprekken werden, maar dat kan ook hebben gelegen aan de drankenfase waarin de avond was beland.
Vrouwen versus mannen
Mijn moeder schonk de koffie en thee en mijn vader schonk de drank. Dat lag net zo vast als het uitje op de kaas en de augurk op de worst.
Toen ik mijn eerste verjaardag vierde met de-man-over-wie-ik-niet-schrijf, verwachtte ik onuitgesproken dat hij zou opstaan vanaf het moment dat de koffie en thee voorbij waren, maar nee, hij bleef zitten waar hij zat.
‘Jij moet de drank doen’, probeerde ik nog, maar dat was tegen dovemansoren. Geen vin werd verroerd. Uiteindelijk liep ik die eerste verjaardag heen en weer te slepen met alles wat er aan vocht te slepen viel en naderhand volgde een verbolgen en hoogopgelopen ruzie.
Wat dat betreft had mijn moeder het beter voor elkaar. Die bleef lekker zitten na de omslag van warme naar koude drank en mijn vader mopperde niet, die had er zelfs schik in. Hij schonk de borrels altijd net te vol, de cola met een tic met net te veel vieux erin en de jonge met net iets te veel suiker. Zuinig-zijn was voor Zeeuwen en hij was van alles, maar geen Zeeuw.
Alcohol
Mijn vader dronk graag een alcoholletje, maar hij lustte geen bier en geen rode wijn.
Dat hij geen bier dronk was wijd en zijt bekend, want dat was natuurlijk hoogst merkwaardig, midden in het Brabantse land waar iedereen bier drinkt, maar dat hij geen rode wijn dronk, leek iedereen en alles steeds opnieuw te vergeten.
Hij stond na iedere verjaardag altijd met een paar flessen rode wijn in zijn handen, krijgertjes van het bezoek, stak ze omhoog en riep tegen mijn moeder: ‘Aan wie zullen we deze weer eens cadeau doen?’
Ik vond het onbegrijpelijk dat niemand van het bezoek leek te onthouden dat hij alleen witte wijn dronk. Een stevige borrel ging er ook prima in, met als lievelingsdrankje een ijs- en ijskoude Jägermeister.
Bijzondere vader
Tsja, ik vond altijd dat ik de bijzonderste vader had van Eindhoven en omstreken.
Hij dronk geen bier.
Hij werkte niet bij Philips.
En hij hield niet van voetbal.
Bijzonderder was er in mijn ogen niet.
De-man-over-wie-ik-niet-schrijf daarentegen, werkt alleen niet bij Philips. Ik bedoel maar. Zit ik toch voor eeuwig vast aan het moetbal-weduwe-bestaan.
Chinezen
Terug naar vandaag de dag.
Geen Chinezen, geen traditie. Het moest maar eens klaar zijn.
Als alternatief bedacht ik een bezoek aan de TU, afdeling Werktuigbouwkunde. Mijn vader werkte er ruim 25 jaar. We hebben er een beetje rondgekeken. Het gebouw is nog verrassend modern terwijl het toch al minstens 50 jaar oud moet zijn. We mochten er ook lunchen, op eigen rekening welteverstaan, of eigenlijk, die van mijn moeder.
In dat gebouw zag ik ze ineens een paar meter voor mij uit lopen: mijn moeder en mijn zus. Wat een rijkdom. Om op te groeien in de harmonie die er bij ons thuis was. Met een liefhebbende vader, met een blije moeder en een zus om mee te gniffelen in de keuken als er weer een fles rode wijn binnenkwam.
En bovenal met een vader die zozeer van zijn werk hield dat het zijn hobby was. Hoe bijzonder is dat? In die tijd, toen zelfontplooiïng nog niet op nummer 1 stond in de wat-wil-ik-met-mijn-leven-top-10.
Wat ben ik een stommerd.
Het is niet klaar.
Ik zit op kerstavond thuis en mis zowaar het Chinezen met de hele familie.
Het was goed om het eens anders te doen, en te voelen wat dat doet, maar volgend jaar Chinees ik gewoon weer mee.
Kerstavond is een prachtavond om een verjaardag te vieren en ook om diezelfde verjaardag in ere te houden!
24 december 2019
Pingback: Gelukkig, de feestdagen zijn weer achter de rug - runningrita