Vliegangst
Mijn meisjeskind zit in de lucht. Al 24 uur.
We brachten haar weg naar Schiphol. Samen met de ouders van haar buurman in het vliegtuig.
We aten een burger bij de Burger King.
Ze checkten volautomatisch in, zonder tussenkomst van een personeelslid, tot en met de koffers aan toe.
Wij zwaaiden nog, en weg waren ze.
Mijn vliegangst kon beginnen!
En zo geschiedde.
Dertig uur
Zij kijkt films en eet dropjes die luisteren naar de naam zoethoudertjes. Leek me toepasselijk als je dertig uur in de lucht hangt.
Misschien slaapt ze. Gezellig tegen haar buurman aan.
Ik stel me haar weelderige blonde haardos voor, half tegen zijn donkere krullen. Samen in de lucht.
Wachtend op wat komen gaat.
Overgave.
Slapeloos
Ik slaap slecht. Lig in mijn eigen bed. In mijn eigen slaapkamer. Ik ben in mijn eigen huis. Verankerd in de aarde. Ik lig opgekruld aan tegen de-man-over-wie-ik-niet-schrijf.
Stevig.
Veilig.
Maar toch. Mijn kind zit in de lucht.
Ik weet dat je op een flight-app kunt kijken waar ze zijn, maar ik vind dat veel te eng. Wie weet is dat vliegtuig van de radar verdwenen.
Scud-raketten
Eerst gaat het op Chengdu aan, dan naar Guangzhou. Namen van steden die mij net zoveel zeggen als Zamboanga City en Kajiado.
Het kind is boven dat grote land met die Scud-raketten, die wat heen en weer worden gereden, van hier naar daar. Wat men ontkent omdat het niet zo is.
Volgens de despoot die ver weg is, maar nu ineens heel dichtbij.
Teddybeer
Daarna schampt ze de voortuin van dat aparte land met die teddybeer aan het roer, meer breed dan lang, met een kapsel waar Leco van Zadelhoff eens naar moet kijken. Die persoon die zich graag collectief laat aanbidden onder het mom van een ideologie die de mijne niet is.
Het kind is een kleine knop verwijdert van die man.
Rationalisatie
Ik rationaliseer mijn irrationele gedachten weg.
Andere kinderen gingen haar voor. Naar Down Under. Naar het westen, het oosten, de warmte, de koude. Zij staken oceanen over, en bergruggen en gletsjers.
Die kinderen waren daar ook. In de lucht.
Ik leefde er aan voorbij.
Dat kan nu ook.
Toch?
Maar nu is zij het. Mijn meisjeskind is in de lucht.
Ik ben dertig uur slapeloos.
Geland
Eindelijk is het daar, het eerste berichtje uit Auckland, New Zealand. Het kind staat weer met beide voeten op de aarde. Haar buurman ook.
Op de meegestuurde foto eten ze een burger.
‘Wel lang reizen voor een burger’, denk ik, en verwijder de flight-app die ik toch niet kon weerstaan.
12 november 2017
Snap je helemaal. Fijn dat ze zich nu aan de Down-Under burgers kan wijden. Slaap ze!
Hi Rita, wat heb je dit mooi en herkenbaar beschreven! Ik kon zelf afgelopen juli de verleiding van de flight app niet weerstaan, en schrok enorm toen het vliegtuig omkeerde. Natuurlijk niets aan de hand. Alvast sterkte voor de terugvlucht 🙂