De Vossen
Oudtante Pie is de jongste dochter van Maatje van de Berg en Marinus Vos. Ze had vijf zussen boven zich en een broertje, maar Hansje werd niet ouder dan acht. Kleine Pie was een nakomertje en heeft haar enige broertje niet eens meegemaakt.
De Vossen woonden in een klein landarbeidershuisje op loopafstand van de boerderij waar de vader des huizes hoofdknecht was. Het huisje was klein en tochtig en lag een eindje buiten het dorp, ongeveer in het midden van het eiland Goeree-Overflakkee. De mensen kwamen graag bij de Vossen want het was er altoos gezellig.
Boven jongste dochter Pie had je, van jong naar oud, Sien en dan Gerritje, Betje, Kee en Rie. Hun echte namen waren van oud naar jong Maria, Cornelia, Elisabeth, Gerritje, Josina en Pietertje. Naar het gebruik van die tijd werd dat in het dagelijks leven Rie, Kee, Betje, Gerritje, Sien en Pie. Alleen Rie werd in het plaatselijke dialect Riete en Gerritje sprak je uit als Gaarruhtjuh.
Zes zussen – de oudsten
Tante Rie, de oudste dochter, was groot en gezet en woonde in Hellevoetsluis, aan de overkant, met Frans Hartensveld en hun twee kinderen Wout en Rinus.
Daarna kwam Kee Vos. Kee werkte als dienstbode op stee (= grote boerderij). Ze trouwde met Han Verduin die als polderwerker bij het Waterschap op het eiland werkte. Ze kregen één kind. Ze noemden hun zoon Maarten, naar zijn opa van vaderskant die ook Maarten Verduin heette. De jonge Maarten trouwde een meisje van de overkant en kwam, tot groot verdriet van zijn moeder, nooit meer terug naar het eiland.