Gisteren was ik – sportief gezien – overmoedig en vandaag bezuur ik dat. Letterlijk, want mijn spieren zitten zo vol melkzuur dat ik niets kan bewegen zonder overal pijntjes te voelen.
Gisteren deed ik, geheel vrijwillig, ongeveer 200 push-ups vanuit standje voorligsteun, ook bekend als standje doorligkreun.
Bootcamp in de ochtend
In de ochtend ging ik zoals alle zaterdagen naar het Panbos om een leuk rondje te lopen. Eens in de paar weken doen we daar tussen het inlopen en het eigenlijke hardlopen een kleine bootcamp. We sjouwen dan door een zandverstuiving een aantal rondjes die afgewisseld worden met allerhande oefeningen. Een circuittraining heette dat vroeger. Nu heet hetzelfde een running bootcamp.
Gisterochtend lag de nadruk op buik- en rugspieren. Nu kunnen vooral mijn buikspieren altijd extra aandacht gebruiken dus ik deed fanatiek mee. Sommige van mijn collega-hardlopers kregen in de loop der jaren meer buikbieren dan buikspieren, die konden helemaal hun hart ophalen.
Touwtjespringen
Een van de oefeningen bestaat uit touwtjespringen.
Ik hou van touwtjespringen. Vroeger al en nu nog steeds. Je wordt er vrolijk van.
Gisteren lagen er twee soorten touwen bij de zandverstuiving, twee eenpersoonstouwtjes en het grote meerpersoonstouw. Het is super leuk om met het grote touw met een aantal mensen ‘in-spring-de-bocht-gaat-in-uit-spring-de-bocht-gaat-uit’ te zingen en tegelijkertijd in en uit het grote touw te springen. Net zoals schaatsen, verleer je touwtjespringen niet. Je moet er hooguit een beetje op oefenen. Alleen het dubbelspringen, de hoogste klasse in het touwtjespringen, blijken we collectief verleerd te zijn. Alleen het dubbel draaien gaat nog goed.
Bootcamp in de middag
In de middag deed ik nog een keer mee aan een bootcamp. Mijn atletiekvereniging bestaat 10 jaar en dat werd gisteren groots gevierd. Onder meer met een heuse clinic. Deze keer onder leiding van een echte running-bootcamp-die-hard-trainer (in het Engels uitspreken).
Hij heet Alex en na de training kwam ik er achter dat Alex en ik elkaar al digitaal kenden via Twitter. Alex is een barefoot hardloper.
Geloven en stromingen
Net als bij godsdiensten heb je ook in het hardlopen allerlei geloven en stromingen. Barefooting is er een van. Het gaat er bij barefoot running om dat je géén schoenen draagt. Blote-voeten-lopen dus. Maar dat klinkt minder spectaculair dan barefoot running. Net als circuittraining minder militaristisch heftig klinkt dan bootcamp.
Zo creëren we in het hardlopen allerlei overtreffende vormen van wat eigenlijk een simpele sport is: je hebt A en je hebt B en de hele crux is om zo hard mogelijk te rennen van A naar B. Hoe langer de afstand tussen A en B, des te langzamer gaat het. Hoe meer je traint, hoe sneller het gaat en vice versa.
Simpel. Eenvoudig. Weinig spectaculair. Actie = reactie, meer is het niet.
Hardloopstromingen
Maar hardlopen is allang niet simpel meer. Naast barefoot running heb je bijvoorbeeld chi running, natural running en de methode Verheul. Aan de laatste kun je zien dat die uit de vorige eeuw komt, anders had deze stroming vast een Engelse naam gekregen. Soms worden de methodes naar het belangrijkste kenmerk van de gebruikers ervan genoemd, bijvoorbeeld de typische voorvoetlanders of de gemakzuchtige hiellanders
Voor degene die niet kon kiezen tussen de sporten hardlopen, fietsen en zwemmen ontstond de triathlon. Hoewel ik hierbij vaak heb gedacht dat deze sportvariant vooral is voortgekomen uit de ambities van mensen die het nét niet haalden in een van de drie basissporten. Zo konden subtoppers hun eigen topprestaties creëren. Maar dat zijn volbloed tri-atleten vast niet met me eens.
Beleving
Ook zie je steeds meer beleving in het hardlopen komen. Je kunt meedoen aan color runs, mud runs en rock runs. Naast berglopen (zo hard mogelijk bergop lopen), oriëntatielopen (met een stafkaart van het ene naar het andere coördinatiepunt rennen), trailrunning (over niet-gebaande paden hardlopen), ontstonden citytrails (zie trailrunning maar dan door de stad), urbanathlons (zie citytrails) en flaslight running (hardlopen met een zaklamp).
De commercie vond de naar beleving hunkerende stadbewoner ook want in al die hippe varianten van het oeroude hardlopen kun je dezer dagen clinics volgen.
Het klinkt allemaal geweldig. Hoe spectaculairder de naam, hoe minder het gaat om de harde prestatie in termen van de door jou gelopen tijd en hoe meer het gaat om de prestatie op zichzelf. Dat je het hebt uitgelopen. Dat je fun hebt gehad. Dat je na de run lekker kunt chillen en na het chillen kunt loungen en na het loungen kunt relaxen en na het relaxen kunt…
Pardon, ik dwaal af.
Running bootcamp
Terug naar Alex en mijn tweede running bootcamp op een en dezelfde dag.
Alex liet ons een beetje inlopen, waarna we voor de eerste keer in voorligsteun tien push-ups moesten doen. Hierbij kregen we de opdracht zover naar beneden te buigen dat we het gras konden ruiken. Daarna doorzakken in elleboogsteun en weer omhoog in voorligsteun en weer tien push-ups niveautje gras-ruiken.
‘Weet je hoeveel pijn dat doet Alex, niveautje gras-ruiken?’
Voorligsteun voor en na
Na het inlopen liet Alex ons over een talud zigzaggen, omhoog en omlaag en weer omhoog en weer omlaag. Nog nahijgend ging het weer in de voorligsteun voor een nieuwe serie push-ups. De voorligsteun werd afgewisseld met squats (diepe, wijdbeens uitgevoerde kniebuigingen met je kont zo ver naar achter dat je net niet omkukelt), waar je al dan niet springend in terecht moest komen. Na de squats volgde vanzelfsprekend weer de voorligsteun met de nodige push-ups. Al dan niet op een hand.
‘Deze oefeningen zijn uitstekend voor je core stability’, riep Alex diverse keren.
Nu is er bij mijn atletiekclub een babyboom van heb ik jou daar op gang, dus een beetje core stability konden de meeste jonge moeders wel gebruiken, maar helaas deed geen van hen mee aan de bootcamp. Ze waren natuurlijk als de dood dat de melk zou verzuren tot karnemelk.
Ik modderde ondertussen verder en had me er al mee verzoend dat niveautje gras-ruiken voor mij niet langer is weggelegd. Halfslachtig boog ik nog een beetje door mijn ellebogen en steeds vaker stopte ik eerder dan de bedoeling was.
De enige push-up die het bij mij sinds het millenium zonder mankeren doet, is mijn push-up-BH. Maar dat kon Alex natuurlijk niet weten en daar had hij hoe dan ook geen boodschap aan.
Zigzaggen en de Kama Sutra
Het zigzaggen over het talud bleek voor de vierde keer ook minder lollig dan de eerste keer. Alleen het versnellen op de baan deed vroeger tijden herleven toen ik nog als een hinde over het tartan vloog. De noradrenaline die korte tijd werd aangemaakt ergens in het lijf, maakte dat ik mij heel even kon inbeelden dat échte atletiek toch nog voor mij is weggelegd, ergens in het verschiet van de toekomst.
Maar Alex maakte korte metten met dat korte moment van genot; we moesten weer in de voorligsteun, niveautje gras-ruiken. En dat 25 keer. Op dat moment stond de puber in mij op. ‘Standje voorligsteun’ was geboren. En de associaties daarmee deden de rest. We hebben gelukkig ook een paar heuse stellen bij de atletiekclub dus die associeerden vrolijk mee.
Aldus ontstond een nieuw hoofdstuk voor de Kama Sutra: het hoofdstuk Standje Voorligsteun. De mogelijkheden zijn eindeloos. Je kunt er zelfs bij gras-ruiken.
29 juni 2014
PS
Een verslag van het hele U-Track 10-jaar-feest kun je vinden door hier te klikken.
Dus maandag kan je weer komen trainen.
Wat een mens allemaal niet moet uitvreten om gezond te blijven? En daar bovenop ook nog de juiste (engelse) begrippen gebruiken om het allemaal te benoemen. Standje voorligsteun blijft bij mij wel hangen. Leuk stukje tekst. Groet Dolf