Verslag
Wie een historisch verantwoord verslag van de Veluweloop verwacht, verwijs ik graag naar mijn blog van twee jaar geleden met de eenvoudige titel: Veluweloop.
Voor dit jaar heb ik een andere opzet in gedachten. Ik schets simpelweg een aantal fragmenten van een jaarlijkse traditie, een ritueel bijna, een herhaling van zetten die ieder voor zich bijdragen aan een Pavloviaanse reactieketen waarmee een vrijwel volledig estafettelooplexicon ontstaat.
Het zijn woorden als: schemastress, wisselpunthectiek, Restauranti Clementi, fietersroute en Planken Wambuis. Ze zullen allemaal de revue passeren. Over luttele minuten ben je volledig ingewijd in de geheimen der estafetteloop, tenminste, als je doorleest.
~ Fragment 1 ~
Restauranti Clementi ofwel ‘daar zijn we weer’
Vrijdagavond, de avond voorafgaand aan de Veluweloop. Het team, zeven mannen en vijf vrouwen, verzamelt zich in Utrecht bij organisator Clemens, waar dit keer een Catalaanse maaltijd is bereid met Salmorejo, bij ons beter bekend als Gazpacho, daarna pasta met op Spaanse wijze bereidde forel of kip en een heerlijk toetje van mascarpone met mango en gehakte nootjes.
Tijdens de maaltijd doen we traditiegetrouw een rondje ‘hoe verging het jou het afgelopen jaar?’.
Een voor een komen we aan de beurt, zo worden de twee nieuwkomers snel wegwijs in wie-is-wie-en-waarom-dan-wel en is de rest collectief bijgepraat waardoor we tijdens de loop een enorme hoeveelheid gesprekstof hebben.
Naarmate de jaren verstrijken zijn we steeds eerlijker.
Een van de voordelen van het ouder worden is ongetwijfeld dat we niet meer hoeven te bewijzen hoe geweldig we zijn en hoe succesvol. Wij weten allang dat je niet oud wordt zonder de nodige hobbels op je levensweg.
~ Fragment 2 ~
Schemastress ofwel ‘het komt altijd goed’
Aan het eind van het eten komt het schema op tafel voor de volgende dag. Leendert maakt de schema’s en houdt zoveel mogelijk rekening met ieders persoonlijke wensen zoals daar zijn; ‘graag vroeg op de dag, het liefst na 12 uur in de middag, alsjeblieft niet te lang, liever niet te kort’, en zo verder. Met iedereen wordt meegedacht.
De Veluweloop heeft twaalf etappes, hiervan zijn er zeven voor mannen en vijf voor vrouwen.
De niet-ingewijden voor wie deelname aan een estafetteloop een nieuwigheid is, krijgen, tegen de tijd dat het schema op tafel ligt, zenuwpijn en buikloop. Het duizelt ze, hoe kan deze chaos in vredesnaam goed verlopen morgen?
De oude rotten beantwoorden vragen en beginnen uit zichzelf te verhalen over verdwaalpartijen, gemiste bordjes, lekke banden en ander estafetteleed. Maar altijd komt het weer goed en eindigen wij de loop blij en gelukkig.
Ook is er angst dat de eigen conditie niet goed genoeg is voor een ervaren club als wij. Dat bezwaar is makkelijk te pareren. Deze ploeg droeg al diverse keren de Rode Lantaarn gedurende de loop en het duurt niet lang meer, vooraleer we echt een keer met de Rode Lantaarn in handen zullen eindigen.
~ Fragment 3 ~
Ploegleidersinstructie ofwel ‘waar is het hes?’
We vertrekken zaterdagochtend vroeg uit Utrecht. Om 8 uur moet de ploegleider bij de ploegleidersinstructie in Wageningen zijn. Niet omdat hij niet weet hoe het er aan toegaat, maar vooral omdat er op het laatst bijna altijd wijzigingen zijn in de routes. Die moeten handmatig in het routeboekje worden bijgeschreven. En natuurlijk moet het lopershes worden opgehaald.
Wij hebben ploegnummer 121 en heten De Snelle Wolven. Ieder jaar hebben we een nieuwe naam en ieder jaar is er iets met een dier dat dat jaar in de publieke belangstelling stond. Zo heetten wij al eens De Bokito’s, De Trouwe Honden, De Renbeesten en De Poema’s.
Het hes is verkeersregelaar-oranje, is niet een beetje maar veel te groot en er zit sinds enige jaren een ronde schijf in, voor de elektronische tijdwaarneming, die ongemakkelijk tegen je schouder aan bonkt tijdens het hardopen.
Het dragen van het hes is geen onverdeeld genoegen maar het hoort er heel erg bij en het helpt in het volbrengen van je etappe want je gaat in een estafette toch minder makkelijk over in wandelpas dan wanneer je voor jezelf een rondje loopt.
~ Fragment 4 ~
Wisselpunthectiek ofwel ‘WP De Petteflet’
Wij fietsen met zijn zessen naar wisselpunt De Petteflet in Arnhem-Noord. Vanuit Wageningen gaat het voornamelijk door landerijen en bossen tot aan de spoorlijn die we volgen tot in Wolfheze. Daar blijven twee van ons achter op WP Gelderse Roos, vernoemd naar de gelijknamige psychiatrische kliniek, en de rest fietst door richting Arnhem.
Tijdens het fietsen komt het hele leven voorbij. We hoeven ons niet te haasten, hetgeen een voordeel is van het meedoen met een niet zo supersnel team.
WP De Petteflet bevindt zich middenin een jaren dertig woonwijk waar niet veel te beleven valt, behalve eenmaal in het jaar op de tweede zaterdagochtend van september.
Een bont gezelschap in alle kleuren van de regenboog bevolkt gedurende een klein uur de Arnhemse straten rond kinderdagverblijf De Petteflet.
Als we op het wisselpunt zijn aangekomen slaat de wisselpunthectiek toe zodra de eerste lopers met begeleidende fietsers arriveren.
Tegen de tijd dat het er echt druk is, wordt er geroepen, gelachen en worden lopers beklopt en bevoeld en voorzien van flesjes water en droge kleren.
‘Ploeg 134, ploeg 134’, de loper zwaait met het hes maar er staat geen 134-loopster klaar. Enige vloeken verder komt er toch iemand naar voren gesneld om gehaast de route voor ploeg 134 te vervolgen. Zo verdwijnen langzaamaan alle gereedstaande loopsters en vertrekt de hele karavaan richting de volgende etappe.
Wij moeten lang wachten.
Heel lang wachten.
Ontzettend lang wachten.
Uiteindelijk komt loper 121 eraan. We zijn het allerlaatste team. De Snelle Wolven dragen de Rode Lantaarn en doen onze ploegnaam geen eer aan.
Als we verder fietsen komen we bijna aan het eind van de etappe lopers tegen op de fietsroute. We besluiten te wachten tot loopster Norma eraan komt en zijn benieuwd of ze erin geslaagd is mensen in te halen of dat we nog steeds de Rode Lantaarn dragen.
Als ze eraan komt juichen we haar vooruit. Wij zijn laaiend enthousiast; ze heeft twee ploegen ingehaald. Midden in het bos kon ze de Rode Lantaarn overdragen. Gelukkig. Onze eer is gered.
~ Fragment 5 ~
Restartontspanning ofwel ‘VZP Vredenoord’
Na de finish ontmoeten we de hele ploeg weer. We zijn op een VZP ofwel verzamelpunt. Hier verzamelt iedereen zich weer en vindt over enige tijd een herstart plaats. In estafetteloopjargon heet dat op zijn Engels een ‘restart’. We zijn op Vredenoord. Dit is een onduidelijk oord waar je, hoewel de naam het tegenovergestelde suggereert, wordt verwelkomd door een paar grote tanks en ander oorlogstuig uit de Tweede Wereldoorlog.
Enthousiast worden de lopers uitgehoord over hun prestaties en klagen de begeleidende fietsers als vanouds dat het fietsen over al die onmogelijke bospaadjes veel zwaarder is dan je zou denken.
Wij kunnen niet al te lang blijven want ik moet op tijd weg om mijn etappe, de 6e, te kunnen lopen. Voordat de restart is weggeschoten zijn Norma en ik al op weg naar WP De Beerenberg.
~ Fragment 6 ~
Hardloopstruikel ofwel ‘M&M zijn blij’
Mijn etappe loopt van WP De Beerenberg naar WP Emma Piramide, we bevinden ons inmiddels dik op de Veluwe. Ik heb dit jaar gevraagd om de kortste etappe omdat mijn knie niet helemaal meewerkt de laatste tijd. Ik heb alleen kunnen spinnen en heb vrijdag uit voorzorg mijn knie laten tapen door mijn vaste fysio Holger.
Ik heb me voorgenomen dat ik het de eerste kilometers aankijk en als het dan nog goed gaat, loop ik de etappe uit. Mocht het niet gaan, dan kan de fietsbegeleider het lopen overnemen. Ik heb speciaal om een vrouwelijke begeleider gevraagd zodat het niet opvalt als we moeten ruilen.
Begeleidster Norma heeft uitgebreide instructie gekregen waar ze wel en waar ze niet moet fietsen. Het is de eerste keer dat ik als blindiaan aan een wedstrijdje meedoe.
De etappe is wel kort, maar niet makkelijk. Ik moet over een smal bospad met veel boomstronken en mul zand een heel stuk omhoog, daarna gaat het vals plat naar beneden. Dan volgt een fietspad langs een groot heidegebied waar ik weer flink omhoog moet en op het laatst gaat het weer enigszins naar beneden over een zandweg.
Als ik op ongeveer een kilometer voor het eind ben, doe ik iets onhandigs met mijn voet waardoor ik struikel en KLABANG!
Ik beland met een dreun op het stenige fietspad. Het bloed meteen flink, gelukkig heb ik alleen schaafwonden en beweegt alles nog zoals het moet.
De dame die ik net had ingehaald, haalt mij weer in terwijl ik op de grond zit. Snel sta ik op om haar terug te pakken. Helaas, ik ben uit mijn ritme en ze blijft me die laatste kilometer steeds een stukje voor.
Ik vraag Norma het Rode Kruis op te zoeken, ik zie aan mijn handen en knie dat het bloed flink stroomt.
Na de finish wachten twee struise EHBO’ers me op met een EHBO-koffer en een gelukzalige blik in de ogen. De taakverdeling wordt snel duidelijk.
De man:
‘Gebruik vochtige wondontsmetter,’
‘Meer vocht gebruiken.’
‘Goed zo, doe nog maar wat meer’.
‘Er kan nog wel wat bij.’
‘Hier heb je nog wat vocht.’
‘En nu een gaasje.’
‘Nee, een grotere.’
Het Rode Kruis werkt duidelijk volgens de meester-gezelstrategie.
‘Hoe heten jullie, als ik vragen mag?’
‘Meriëm en Marcel’.
‘Kijk eens aan, M&M. Dat gaat terugkomen in mijn blog. Heel fijn dat jullie er zijn.’
‘Wij zijn blij dat er wat gebeurt. We hebben weinig anders te doen dan wachten. Vanmorgen knalden twee fietsers op elkaar en nu dit. Soms heb je als EHBO’er een hele dag niks te doen.’
Fijn voor M&M dat ik zo klungelig was te struikelen over mijn eigen voet.
~ Fragment 7 ~
Fietsersroute ofwel ‘verdwaald op de Veluwe’
Na het lopen moeten we weer op pad naar opnieuw VZP Vredenoord. In het boekje met de fietsroute, steevast fietsersroute genoemd, staat als aanwijzing ‘ga dezelfde weg terug’.
Wij zijn ondertussen, door het EHBO oponthoud, als enige over in wat nu weer een verlaten heidegebied is.
Wij pakken de fiets en rijden weer terug over de route waarover ik zojuist nog ben gestruikeld. We sjezen de berg af en hebben er een flinke ruk opzitten als we op een kruispunt komen waar de routebeschrijving niet past bij waar wij ons bevinden.
Langzaam realiseer ik me dat met ‘ga dezelfde weg terug’ niet is bedoeld dat we de looproute terug moeten nemen maar dat we de andere kant uit hadden moeten gaan vanaf WP Emma Piramide.
We draaien om, beklimmen dezelfde berg opnieuw en passeren vlak daarachter het punt waarop ik viel. VZP Vredenoord is nog ver en alle inspanning en het korte nachtje beginnen hun tol te eisen.
‘Het lijkt alsof we de hele dag alleen bergop fietsen’, verzucht ik en schakel naar de kleinste versnelling.
~ Fragment 8 ~
Finishen is een vak ofwel ‘USC De Bongerd’
De start en de finish zijn op USC De Bongerd, wat niet staat voor Universitair Sport Centrum maar voor University Sports Center. Tamelijk inconsequent heet het centrum daarna niet The Bongerd maar is de naam gewoon De Bongerd.
Op het koningsblauwe tartan van studentenatletiekvereniging Tartlétos wordt de eerste en de laatste strijd van de dag gestreden. Voor onze ploeg gaat Matty finishen. Matty is met haar 71 jaar verreweg de oudste loopster op de laatste afstand en misschien wel van de hele loop. Ze finisht heel knap op ongeveer tweederde van het deelnemersveld.
Later zal blijken dat de Snelle Wolven, Matty’s leeftijd indachtig, 71e van de 77 ploegen zijn geworden.
~ Fragment 9 ~
Groepsfoto ofwel ‘het weer was tof en wij ook weer’
Als afsluiting van de dag eten we een gezamenlijke nasimaaltijd in USC De Bongerd. Vooraf gaan we nog snel op onze jaarlijkse groepsfoto. Dit was de dertigste keer op rij dat onze ploeg meedeed.
Het was weer een geweldig leuke en ontspannen dag.
Planken Wambuis
En die Planken Wambuis uit de titel zul je denken, wat is daarmee aan de hand?
Als ik zeg WP Planken Wambuis, dan weten jullie het.
Het is een wisselpunt. Een van de weinige WP’s die bij alle veranderingen in het parcours altijd aanwezig bleef. Wij verloren Casa Nova, Open Lucht Museum en Valkenhuizen, maar Planken Wambuis bleef er altijd in.
Wat is (een) Planken Wambuis? De overlevering zegt dat er in vroeger tijd een herberg was die deze naam droeg. Later werden eenvoudige houten bouwsels planken wambuizen genoemd, naar het gewatteerde kledingstuk dat onder een harnas werd gedragen. Een tweede verklaring is dat het een eufemisme is voor doodskist. Waar het ook vandaan komt, het is nu is een natuurgebied dat deel uitmaakt van de Veluwe.
WP Planken Wambuis verwijst naar dat natuurgebied, hoewel ik de associatie met een doodskist poëtisch genoeg vind om daaraan te denken alle volgende edities dat ik meedoe aan de Veluweloop.
13 september 2015
PS:
Mooi compliment van de organisatie van de Veluweloop op Facebook.
Hey Rita, bedankt en leuke samenvatting van onze traditie. Met de leeftijd-eindtijd score zitten we in de top!
Mooi verhaal Rita. Ik heb het doorgestuurd aan een niet-hardloopvriendin.
Ze kon zich geen voorstelling maken hoe het er aan toegaat op zo’n dag. Dit geeft zo veel info.
Marian
Pracht verhaal,
Brengt vele herinneringen naar boven.
Zo te horen is er niet zo heel veel veranderd.
Robert
Pingback: Kunstneus - reprise - runningrita