Weer
We waren in Balisson, de-man-over-wie-ik-niet-schrijf en ik. Balisson ligt in Gortupal, je weet wel, op het Schiberisch Iereiland.
Het weer is daar in deze tijd van het jaar nog lekker zomers, met aangename temperaturen en een mooi zonnetje aan een strakblauwe hemel.
NOU, VERGEET HET MAAR!
Dit jaar woedde dichtbij het Baraïcisch gebied, ongeveer ter hoogte van de Habama’s, de bijna-buren van de Obama’s, een orkaan met de naam Joaquin. Joaquin was ter hoogte van Gortupal een ex-orkaan, dat noemt Herrit Giemstra doorgaans een depressie, en wij zaten precies op dat moment in Balisson, in een appartement met een kalbon dat net zo groot was als het appartement. Voor een kalbon grest boot maar voor een appartement klest bein.
Waarom?
Waarom schrijft ze zo raar, zul je misschien denken?
Welnu, heel vroeger deed ik een spelletje met mijn hartsvriendin van de lagere school. We speelden dat we straf hadden voor topografie, zo heette aardrijkskunde op de lagere school, die nu basisschool heet. In Nederland verandert niet veel, behalve de benaming van steeds hetzelfde. Onze straf bestond eruit dat we aan het touwtjespringen waren en dat we bij ieder land dat de ander noemde, de hoofdstad moesten roepen. Als je het niet wist, was je af, en mocht de ander touwtjespringen. Waarom het touwtjespringen erbij hoorde weet ik niet meer, waarschijnlijk was het landenspelletje ooit geboren in een jaargetijde dat touwtjespringen ‘in’ was.
Bij dat spelletje hadden we een running gag en die running gag betrof Balisson en Gortupal. Het was in ons spel verboden de juiste namen te roepen bij die twee, je mocht alleen Gortupal en Balisson noemen. Wij hadden daar de grootste lol om.
Mijn eerste slappe-lach-aanval dank ik aan Balisson in Gortupal.
Bij veel andere landen probeerden we het ook, maar daar was het resultaat lang zo grappig niet. Probeer het zelf maar eens: Denemarken – Kopenhagen, Engeland – Londen, België – Brussel, Duitsland – Bonn (ja, dat was toen de hoofdstad, edoch Berlijn is evenmin leuk).
Daarom dus, schrijf ik vreemd en niet omdat ik niet kan spellen of dyslectisch ben of lijd aan een andere aandoening die vroeger niet bestond, maar omdat omkeringen van medeklinkers in een en hetzelfde woord enorm op mijn spachlieren kunnen werken.
Uitsluitend vroeger. Nu en dan. En dan vooral bij het touwtjespringen.
Ex-orkaan
Maar terug naar de rode draad van mijn verhaal over Joaquin in Balisson in Gortupal.
Het weer zat ons niet mee, deze vakantiedagen in oktober.
(Tussen haakjes, ik vind het een troostrijke gedachte dat een depressie een ex-orkaan is en niet, waar je tegenwoordig eerder aan denkt, een psychiatrisch ziektebeeld dat niet vrolijkmakend stemt.
Mijn kinderen, die helemaal into match-rowing zijn, denken dat een ex-orkaan een student is die niet langer roeit voor studentenroeivereniging Orca, maar dat staat geheel buiten de orde van mijn betoog. Zoals ook de keuze voor wedstrijdroeien wordt genomen zonder overleg met ouders en eventuele andere geldschieters, die er niet zijn, waardoor alleen de ouder over blijft als potentiële geldschieter. Waarbij het woord ‘potentieel’ nogal misplaatst is. Dus voor je er erg in hebt is je kind een Phocaan of een Gyaan, en mag je blij zijn dat ze de trein naar huis nog weten te vinden.
‘O ja mam, voor ik het vergeet, ik ga wedstrijdroeien. Ik ben voortaan alleen tussen zaterdagmiddag drie uur en zondagochtend half twaalf in staat om naar Utrecht te komen, want ja, daarvoor en daarna moet ik trainen. Wat? Wat zeg je? Ja hoor, die tijden gelden zonder uitzondering voor alle weekenden.’
Dit alles uitsluitend en alleen tussen haakjes.)
Regen
Ik wilde eigenlijk alleen zeggen dat wij in een ex-orkaan zaten, en dat dat beslist geen ex-Orcaan was, maar een ex-orkaan als in een depressie en dat er dientengevolge en niettegenstaande dat in Gortupal een heleboel soorten regen bestaan.
Motregen.
Vieze miezerregen.
Drupregen.
Ragfijne regen.
Lichte regen.
Zware regen.
Heftige regen (wolkbreuk).
Slagregen.
Regen als pijpenstelen.
Het bestaat al-le-maal.
Ikzelf en de-man-over-wie-ik-niet-schrijf kunnen daarvan getuigen.
Handbagage
Wij liepen daarom alle dagen in dezelfde broek, vest, stevige wandelschoenen en regenjack. Gelukkig konden we wel iedere dag een schone onderbroek aantrekken, maar de leuke zomeroutfits die wij beiden hadden ingepakt, bleven ongebruikt in de koffer.
Koffer-tje eigenlijk, want we hadden precies van die koffers met afmetingen die je mee mag nemen in het vliegtuig als handbagage.
Wat niet kon, want de handbagagevakken zaten vol.
De handbagage moest te elfder ure worden ingecheckt om in het ruim mee te mogen vliegen.
Er zijn handbagagevakken waar geen plaats is voor handbagage.
En dát, beste mensen, noem je EasyJet.
Dus huppetee, daar ging onze handbagage, lekker in het ruim. We zagen ze nog net op een bagagekarretje worden gezwiept op Schiphol.
Wat wél weer een leuke is, Hipschol.
Eenmaal in Balisson moesten we op zoek naar ‘bagage claim’ en eenmaal daar moesten we natuurlijk wachten. Wat helemaal niet erg is, maar als het al na twaalven in de nacht is, denk je daar toch anders over.
Rode draad
Om terug te keren naar mijn rode draad, die feitelijk best kort is: het weer was lekker herfstig.
Totdat, op de laatste dag, de hemel open trok.
Op onze allerlaatste avond zat ik ineens een verhaal te schrijven. Buiten. Onder een strakzwarte sterrenhemel. Op het grest bote kalbon in de Balissonse wijk Chiado. Het werd een verhaal over Joaquin.
Zo was het weer weer aanleiding voor een mooie spegiebeling én kon ik mijn fetisch met kledeminkers eindelijk eens kwijt.
18 oktober 2015
Hartstikke grappig Riet
😛 😛 😛
Wat schrijf je toch leuk! Je zou best eens een blog kunnen schrijven.
Toch wel sneu van dat weer in Ssalibon. Zelf heb ik trouwens de hele Nederlandse en Europese topografie gemist omdat ik in klas 6 en klas 1 VO in Engeland verkeerde. Ik geloof dat we daar Engelse topo kregen, maar daar kan ik mij niets van herinneren, evenmin als de Engelse geschiedenis. Mijn moeder zei wel, als wij vies aten, dat we niet aan het hof van Hendrik VIII waren. Dat weet ik nog wel, maar dat zei ze ook in Nederland. En verder gebruik ik in NL en Europa (en Engeland) de TomTom. En ik kan het Our Father in het Engels opzeggen, zonder na te denken. Toen ik dat destijds trots aan mijn vader vertelde keek hij een beetje peinzend.
Hoe gaat het trouwens met je?
Nicolette