De heilige Rita
Heiligschennis is de krenking van het heilige of van iets heiligs. De katholieke kerk, die enorm houdt van heiligen, kent de heilige Rita, zij is de patrones voor hopeloze gevallen, examenvrees en pokken.
Tsja, dat heb ik weer. Ben ik een heilige, is het die van hopeloze gevallen.
Het zal geen toeval zijn.
Maar daar gaat dit blog niet over. Dit blog gaat over heiligschennis in relatie tot boeken. Vooral leesliefhebbers hebben zo hun opvattingen over wat er kan en mag met een boek en vooral ook wat niet.
Leesliefhebber – 1
Ik houd van boeken en ik houd van lezen. Van boeken lezen houd ik ook, dat zal geen verrassing zijn. Ik pleeg echter doorlopend heiligschennis wat het boeken betreft, althans volgens de boekpuristen.
Deze mensen hebben opvattingen over het breken van de rug, maken van ezelsoren, morsen van koffie en het gebruiken van boeken voor andere doeleinden.
Bovenal hebben zij opvattingen over de enig juiste behandeling van een boek: als ware het de kroonjuwelen van de maagd Maria zelf mag je tijdens het ontmaagden het maagdenvlies niet kapot maken. Dus: je mag een boek wél lezen, maar dat mag daarna uit helemaal níets blijken. Aldus ontstaat de onbevlekte ontvangenis van ene lezer door het boek.
Nu, dat is voor mij niet weggelegd. Als ik een boek lees, zal dat boek het weten ook.
Ezelsoren en andere misvormingen
Als ik een boek wegleg, maak ik een pietepeuterig of iets minder pietepeuterig hoekje in de bladzijde waar ik het lezen tijdelijk stop; een ezelsoor. Heel gemakkelijk en ik zie niet in waarom dat niet kan of mag.
Je mag zien aan een boek dat het is gelezen. Daar is een boek voor tenslotte. Om te worden gelezen.
Een alternatief is het boek omgekeerd wegleggen. Dat doe ik ook.
Dat de rug daarbij breekt is niet mijn zorg. Sterker nog, ik vind een boek er mooier op worden als je aan de rug al ziet dat het van voor tot achter is gelezen. Vooral dikke paperbacks winnen zo aan schoonheid.
Staat er een mooie passage in een boek, dan vouw ik rustig de hele bladzijde in een grote punt, zodat ik de passage gemakkelijk kan terugvinden.
Ook lees ik boeken zonder gewetensbezwaren in bad, althans de niet te zware varianten ervan, en gebeurt het meer dan eens dat een boek te dicht de waterspiegel nadert en zo een rimpelige onderkant ‘all over’ krijgt.
Leesliefhebber – 2
Het spijt me, ik houd van lezen en boeken willen gelezen worden, dus wat maakt het uit? Ik kook ook best graag, maar het fornuis maak ik liever niet schoon.
Verder gebruik ik boeken als onderzetter, gewoon om de koffie op te zetten of het bakje vette chips, bij gebrek aan bord of tafel. Wat ook heel goed gaat met boeken, is er een heuse boekenkast van maken, waarbij de boeken dienen als steun voor de planken, waar je weer boeken óp kunt zetten.
Een multifunctioneel ding dus. Een boek.
Boekenlegger
Wat ik zelden gebruik om te onthouden waar ik was, is een boekenlegger. Ik krijg ze geregeld, koop ze soms zelfs voor mezelf, maar het is met boekenleggers net als bij sokken, waar mijn wasmachine ook altijd eindigt met enkele sokken terwijl ik er echt páren in heb gegooid, boekenleggers raak ik vroeg of laat kwijt.
Wat wel werkt, is om een dun boekje te gebruiken als boekenlegger, maar dat zullen de boekpuristen ook wel heiligschennis noemen, dan maak je het dunne boek ondergeschikt aan het dikkere boek. Heel vaak is het dunnere boek een dichtbundel, er liggen er altijd wel een of twee op mijn nachtkastje. Heus, het betekent niet dat ik dichters minder waard vind dan gewone schrijvers. Het betekent alleen maar dat hun bundels handzamer zijn dan de meeste andere boeken.
Losbladig systeem
Waar ik een hekel aan heb, zijn paperbacks waarbij de rug zo slecht is geplakt dat ze uit elkaar vallen. Dat vind ik niks, een uit elkaar vallend boek. Zo’n boek waar je eigenlijk een losbladig systeem van moet maken, compleet met perforaties, omdat de bladzijden nooit in de goede volgorde los raken maar volslagen willekeurig.
Sommige pocketseries hebben die neiging, voor mij een reden om zo’n hele serie te mijden. Liever een paar euro meer betalen, dan een boek niet uitlezen omdat er pagina’s missen.
Want, net als bij die enkele sokken, losrakende bladzijden raken bij mij altijd zoek.
Wat ik ook erg vind, zijn mensen die een boek lenen en het vervolgens nooit meer teruggeven.
Dat is heel gemakkelijk te ondervangen door dat gewoonweg goed te noteren en vindbaar vast te leggen, maar administreren is niet mijn favoriete hobby, dus de enige remedie hiertegen is domweg nooit meer wat uitlenen. Edoch, ‘nooit meer’ klinkt zo absoluut, daar krijg ik pardoes pukkels van.
Heiligschennis
Zo bezien pleeg ik nogal wat heiligschennis met de boeken die in mijn huis terechtkomen. Een boek wil volgens mij eerst en vooral gelezen worden, ongeacht hoe zij nadien wordt teruggezet in de boekenkast.
De boekpuristen echter, zullen mijn patrones hevig van toepassing achten: de onzalig weinig heilige Rita, een van die hopeloze gevallen…
PS:
Je vraagt je misschien af, hoe kóm je op zo’n onderwerp? Dat is tamelijk simpel, het is mij aangedragen. Martha Pelkman aka @drspee stelt wekelijks op haar blog een vraag over boeken in het kader van #50books en verspreidt die vraag via Twitter. Ik heb al eens eerder op het punt gestaan mee te doen, maar pas nu kwam het ervan. Als je haar eigen blog over ezelsoren wilt lezen, kun je hier klikken.
Gelezen boeken zien er lekker uit. Maar ik denk altijd wel “zou ik dit boek nog een keer lezen?” Nee? Dan gaat ie naar de recycle club.
De mannelijke patroon voor HOPELOZE ZAKEN is toch wel “Clemens Maria Hofbauwer”
vooral voor degene die geen huis hebben of willen verhuizen. Maar ook voor allerlei andere hopeloze zaken staat hij zijn mannetje en komt het voor elkaar.