Opstaan en gaan
Op de laatste zaterdag van januari besluit ik gewoon om 8 uur op te staan om mijn wekelijkse portie Panbosgeur op te kunnen snuiven. Ik verbaas me altijd over mensen die ‘van plan zijn om te gaan sporten’ maar waarbij ‘het er nooit van komt’. Ik denk op zaterdag niet eens na over de vraag of ik ga lopen, ik sta op en ga.
Ik kijk niet naar het weer, niet naar de beschikbaarheid van onze auto, ga niet eerst na of ik misschien moe ben, zelfs deelname aan een flinke loop de dag erna belet mij niet om op zaterdag op tijd op te staan, mijn loopspullen aan te trekken en naar het bos te gaan.
Dierbaar
Het bos is me dierbaar in alle jaargetijden, zelfs met sneeuw en gladheid vind ik het er heerlijk en in alle seizoenen is het bos mooi.
Ook dierbaar zijn de gesprekken tijdens het lopen. Het hele leven komt voorbij. Gesprekken gaan over werk, kinderen, kleine en grote kwalen, de liefde, plannenmakerij en natuurlijk over hetgeen ons bindt, het lopen.
Iets vergeten en daarna nog iets vergeten
Ook deze zaterdag heb ik weer lekker gelopen. Ik ben vergeten een extra T-shirt mee te nemen en heb het na het lopen zo snel koud dat ik na een vlugge kop koffie naar huis rijd, enigszins gehaast omdat ik het koud heb.
Als ik de huissleutel in de voordeur omdraai realiseer ik me dat ik mijn trainingsbroek in het bos heb laten hangen. ‘Chips, moet ik weer terug want ik heb hem morgen nodig!’ Mijn man belooft de koffie klaar te hebben als ik terugkom. Snel rijd ik opnieuw de route langs de Utrechtseweg en Amersfoortseweg omdat ik bang ben dat er niemand meer in het bos is tegen de tijd dat ik er weer ben.
Mijn angst is niet gegrond want weer bij de vertrekplaats ben gearriveerd blijken er nog enige lopers aanwezig te zijn. Mijn broek hangt er ook nog dus blij dat ik hem weer heb, rijd ik de route tussen huis en bos voor de vierde keer die ochtend. Deze keer heb ik ook nog mazzel met de stoplichten dus als de wiedeweerga ben ik weer thuis voor de beloofde dampende kop koffie.
Dure kilometers
Vanochtend, een maandje later, bleken het dure kilometers te zijn geweest die ochtend. Ik heb volgens het CJIB bij elkaar opgeteld 29 km te hard gereden. Verdeeld over drie (!) bekeuringen betekent dat bijna 10 km te hard gereden per ritje. Totale boete: 144 euro.
In plaats van een duurloopje is het een duur loopje geworden van 15 euro per kilometer!
3 maart 2013
Pingback: 300 = driehonderd - runningrita