Geen werk
In de vroege jaren ’80 moest ik een hoofdrichting binnen de studie Psychologie kiezen. Er was in die jaren een gigantische werkloosheid onder Sociale Wetenschappers, deze was ruim groter dan de crisis in de werkgelegenheid op dit moment.
Je wist zo goed als zeker dat je, als je Klinische Psychologie ging doen of Ontwikkelings- of Cultuurpsychologie, afstevende op werkloosheid. Tegen de tijdsgeest van toen waarin bewuste baanloosheid gemeengoed was, wilde ik onder geen voorwaarden in een uitkering belanden. Ik wilde mijn eigen geld verdienen.
Wel werk
Heel pragmatisch ben ik gaan afvinken wat de kansen waren op werk bezien vanuit de verschillende afstudeerrichtingen. Je had de richtingen die gericht waren op onderzoek zoals Functieleer en Mathematische Psychologie en wat toen Biopsychologie heette (nu heet dat Neuropsychologie). Die theoretische richtingen vielen af want ik zag mezelf niet mijn hele leven rondlopen in de biotoop van een universiteit.
Bleef over twee meer praktische georiënteerde hoofdrichtingen: Gerontologie en Arbeid- en Organisatiepsychologie. Gerontologie was hetzelfde als Ontwikkelingspsychologie maar dan gericht op de groep ouden van dagen, zoals 65+’ers toen heetten. Ik was 22 jaar en bejaarden interesseerden mij evenveel als het succes van de komkommerteelt op zandgronden.
A&O werd destijds gezien als de ‘rechtse richting’ en was daarmee bij voorbaat fout, maar daar had ik lak aan. Belangrijk was bovenal dat de kansen op werk na het afstuderen goed waren.
A&O psychologie
Het werd A&O psychologie en vanaf dag één in de hoofdrichting was duidelijk: dit is mijn vak. Ik vond alles boeiend en relevant en dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven. Het vage ‘mensen helpen’ vertaalde zich in iets dat leek op werk doen met en voor mensen in een van de belangrijkste aspecten van het volwassen leven: het werk.
Dat er allerlei processen in organisaties spelen die invloed hebben op hoe de mensen erin functioneren, leerde ik in de loop der tijd waarderen als een speciaal en evenzeer interessant aandachtsveld binnen het vakgebied.
P&O -> HR(M)
Mijn eigen loopbaan heeft, als ik terugkijk, een vrij traditionele P&O invulling gekregen. Ik heb eigenlijk alles gedaan wat er in dit werkveld te doen is, met bijzondere nadruk op ontwikkeling en innovatie.
Al tijdens mijn studiejaren wist ik dat ik wilde gaan leidinggeven en ook dat is gebeurd, ik heb inmiddels ruim 15 jaar leiding gegeven.
De ontwikkelingen in het vak liepen langs de lijn van de naamswijzigingen in het vak. Ik begon bij Personeelszaken, wat later Sociale Zaken werd, weer later P&O en inmiddels is het, via HRM, HR geworden. De focus op ‘wie is onze primaire klant?’ liep gelijktijdig van de medewerkers via het management naar beide groepen. De regie op loopbanen verlegde zich langzaamaan van ‘de werkgever weet wat goed voor je is’, naar ‘je bent zelf de regisseur van je eigen loopbaan’.
Ontslag krijgen
Dat klinkt ‘heel 2013’ maar hoe zit dat met al die mensen die op dit moment hun ontslag krijgen of al hebben gehad? Die zijn toch allerminst de regisseur van hun eigen loopbaan?
Ja en nee. ‘Nee’ omdat er iets voor hen wordt beslist, en toch ook ‘ja’ omdat ieder wel zelf verantwoordelijk is voor de eigen duurzame inzetbaarheid. Een werkgever kan die via het HR beleid faciliteren, maar je bent zelf degene die aan het stuur staat van je eigen inzetbaarheid.
Leuk allemaal maar…
Dat klinkt allemaal leuk, maar is dat niet heel makkelijk praten vanuit mijn positie bezien? Ook hier is het antwoord: ja en nee.
Ja, ik heb een goede uitgangspositie met een prima vooropleiding, relevante en gevarieerde werkervaring en nee, want op de arbeidsmarkt tellen de jaren niet per se in je voordeel mee, eerder is het andersom. In tijden dat de concurrentie op de arbeidsmarkt moordend is, is een leeftijd van 45+ niet direct een pre.
Proef op de som
Dit verhaal is niet louter theoretisch, ik ‘mag’ de proef op de som nemen van mijn eigen duurzame inzetbaarheid: ergens in het najaar ga ik mijn baan bij Wegener verliezen. Ik moet dus op zoek naar een alternatieve bron van inkomsten. Nog steeds geldt dat ik beslist geen uitkering wil, ik wil gewoon werken voor mijn geld.
Een complicerende factor is dat het HR vak, na de bouw, de discipline is waarin de meeste banen verloren zijn gegaan de laatste jaren. Ineens zien organisaties ons als kostenpost in plaats van als investeringspartner.
Ik ga de komende weken en maanden op zoek naar ander werk in het HR vak. Bij voorkeur in een leidinggevende rol, maar het kan ook in de vorm van tijdelijke klussen. En dan later, als ik groot ben, word ik nog eens directeur HR. 🙂
30 juli 2013
Pingback: Ik verlies mijn baan en neem mee... over ontslag - runningrita
Dag Riet,
Heel veel succes en ik zou je absoluut zo aannemen indien ik daarover zou gaan.
Ik denk dat het goed gaat komen.
Liefs, Dolf
Jammer Dolf, dat jij er niet over gaat 😉 Mijn hartelijke dank voor je aanbeveling!