Uitstrijkje
In mei 2009 werd ik opgeroepen voor een baarmoederhalsuitstrijkje vanwege het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker.
Tegen mijn verwachting in bleek de uitslag niet helemaal goed te zijn. Een kijkonderzoek volgde en na dat kijkonderzoek moest ik terugkomen voor een kleine operatie.
Die operatie vond precies vier jaar geleden plaats, direct na het weekend waarin ik op grootse wijze mijn 50e verjaardag had gevierd.
Ik schreef aansluitend een schoolkrantverslag van mijn operatiebelevenissen.
Schoolkrantverslag van een operatie
Nagenietend van een geslaagd feest lag ik gisteren om twaalf uur klaar op de operatietafel, anesthesist geheel paraat, verplegend personeel allemaal liggend een hand gegeven, plakkers op de borst, bloeddrukmeter aan-en-uit (volautomatisch), infuus ingebracht, kortom, snijden maar!
Maar nee, mijn dossier, in zorgjargon ‘status’ geheten, was kwijt. En bleef kwijt.
‘Best slordig’ dacht ik nog, toen de gynaecoloog vloekend aan de telefoon ‘wat is dit voor ballentent’ riep tegen een onbekende aan de andere kant.
Ja, iemand heeft gisteren een slechte beurt gemaakt , maar Joost mag weten wie.
‘Zonder status doen we niets mevrouw’ en dus moest ik weer terug op het bed, hartmonitor afgekoppeld, bloeddrukmachine uitgezet. En maar wachten. En wachten. En nog eens wachten. Tot drie uur, toen mocht ik opnieuw naar de poli want het moest er wel vandaag uit en ja, de status bleef zoek en dan doen we het vooronderzoek gewoon over.
Naar de poli
Dus ik in operatiekledij (heel charmant want ook passend voor maatje 54) en met infuusstandaard in de hand naar de poli gewandeld. Daar werd het ‘kijkonderzoek’ (colposcopie) opnieuw gedaan.
Deze keer kon ik meekijken. De details zal ik jullie besparen, maar iedere keer als ik dacht, ‘getver dat lijkt me er echt niet best uitzien’, dan bleek dat juist reuze gezond te zijn en waar ik nietsvermoedend dacht dat het er wel oké uitzag, bleken de cellen ‘duidelijk afwijkend’.
Ook moest er nog een cervixspreider bij komen (klinkt niet echt fijn), maar daarmee zag ik niet veel bijzonders, de gynaecoloog liet een gynaecoloog in-opleiding meekijken en vertelde en passant in het Latijn wat hij allemaal zag. Dat deel heb ik niet begrepen, een gebrek aan gymnasiumopleiding is soms heel prettig.
De conclusie was dat er zo’n twee bij twee bij een centimeter van de baarmoedermond af moest. ‘Als uw gezin nog niet voltooid zou zijn, zou ik voorzichtiger snijden’. Nou ja, dat klonk naar, ‘bij u maaien we weg wat we weg kunnen maaien, een boer met een zeis is er niets bij’.
Weer op de operatietafel
Om vijf uur herhaalde de operatietafelscêne zich, maar deze keer werd de voorbereiding wel gevolgd door de afgesproken ingreep. Vlak voor de narcose zei een verpleegster dat ik aan iets fijns moest denken, wat best moeilijk is als je op een brancard in een operatiekamer met je armen in een soort kruisigingsstand ligt terwijl een andere verpleger bezig is van die fijne elegante beenhouders te monteren aan de brancard waar je op ligt, maar dit terzijde.
Ik deed braaf wat me werd opgedragen en dacht natuurlijk aan het feest. Toch best fijn gezien de omstandigheden.
Daarna weet ik even niets.
Terug van weggeweest
Een uur later werd ik wakker, met maar een gedachte; ‘ik moet douchen want de kinderen moeten weg’. Heel raar dat ik daarna wel een kwartier wist dat ik in het ziekenhuis lag en toch de aanhoudende drang had om op te staan en te gaan douchen om de kinderen weg te helpen. Niet dat dat ging, want ik lag daar zo slap als een pop.
Eenmaal weer adequaat reagerend op de signalen van het verplegend personeel, mocht ik in het bed gereden terug naar mijn kamer. Halverwege liep manlief er ineens naast. Toch even een traan-moment. De pijn viel mee. Valt mee moet ik zeggen. Want eerst wordt ie onderdrukt met stevige pijnstillers en daarna neemt ie snel af. Of ik ben zo gehard dat ik het amper voel, dat kan ook.
Weer thuis
Om tien uur ’s avonds kon ik naar huis, heb nog even het weinige eten van die dag omgekeerd in het toilet geloosd en heb daarna verrukkulluk geslapen. Een fijne bijwerking van narcose en pijnstillers.
Het ergste was eigenlijk nog een hele lange, lange dag moeten wachten op een nuchtere maag met een flinke piep in het hoofd. Nu is het hoofd stil en dan vallen alle dagen mee.
Volgende week volgt de uitslag, dan heeft een patholoog-anatoom onderzocht wat er is weggesneden en hoor ik wat ze precies hebben aangetroffen. Vreemde beroepskeuze trouwens, patholoog-anatoom. Net zoiets als tandarts, dat lijkt me behalve vies ook oer- en oersaai. Maar om gynaecoloog te worden, dan moet er toch echt een steekje los zijn lijkt me.
3 juli 2009 (en 2013)
PS
Ik kreeg trouwens een bos bloemen mee naar huis van het verpleegteam, vanwege het ongemak.
2e PS
De uitslag bleek slechter nieuws te brengen dan verwacht, er waren kwaadaardige cellen aangetroffen. Baarmoederhalskanker.
Het goede nieuws was dat alles in een keer was weggesneden. Toch kreeg het muisje nog een staartje, maar dat komt nog wel eens in een ‘wordt vervolgd’.
Pingback: Blindiaan met hoge bloeddruk - runningrita
Pingback: Baarmoederhalskanker - runningrita baarmoederhalskanker