Een verhaal
Gisteren
De oude man is een schim van de man die hij drie weken geleden nog was. Hij ligt alleen nog maar in bed. Zitten kost te veel kracht en staan helemaal. Zijn huid is als was en de rimpels zijn als een wonder uit zijn gezicht weggetrokken. Zijn handen bewegen terwijl hij praat. Aan zijn stem herken ik hem. En aan zijn handen die met licht stijve vingers benadrukken wat hij vertelt.
Van alles wat een mens herkenbaar maakt, zijn de handen het meest eigen. De vingers, de nagelbedden, de nagels zelf. Alles uniek. Zoals ook de karakteristieke manier waarop handen bewegen. Niemand ontkomt eraan; handen vormen je eigen unieke handtekening onder je zijn, of je wilt of niet.
De handen van de oude man gaan al zijn leven lang mee. Binnenkort zullen ze verstommen omdat de man er niet meer zal zijn. Hij laat zijn leven achter zich. ‘Het is voltooid’, zal hij zeggen.
Heden
Maar nu hij er nog is, vertelt hij. Hij vertelt over de oorlog, over Drenthe, over zijn werkzaam leven.
Over de oorlog zegt hij: ‘Ik was geen held, oh nee, ik was zeker geen held.’ Hij vertelt over het onderduiken in de dierentuin van Emmen, boven in de nachthokken van de wilde dieren. Het was er warm en veilig want niemand zocht in de dierentuin.
De oude man formuleert gemakkelijk, nog net zo makkelijk als jaren geleden toen ik hem voor het eerst ontmoette. Hij is helemaal helder en weet precies wat hij wil.
Hij wil niet verder.