Slagerij Van Kampen
avatar

slagerijOoginjectie

Het is zover: de tweede ooginjectie staat op het programma.

Bijna routineus meld ik me aan bij de receptie van de Dagbehandeling. Opnieuw beland ik tussen de hoogbejaarden. De jongste boven mij is 76 jaar.

Kledij

De eersten van ons hebben al de slagersvakhandelberoepskledij aan en zien er eenvormig uit in hun gele schort en blauwe douchemuts.

Het resultaat leidt tot de ontmenselijking van de patiënt. Wij hebben geen eigen gezicht meer, noch een eigen identiteit. Wij zijn gereduceerd tot een eenvormige kolonne en zijn nog slechts ons ene oog waarboven een blauwe viltstiftstip wordt geplaatst.

‘Is het uw rechteroog?’

‘Ja, het is mijn rechteroog.’

‘Dus het is niet uw linkeroog.’

‘Nee, het is mijn rechteroog.’

Wat voor u rechts is, is voor mij links.’

‘Oh.’

‘Dus u krijgt de stip boven uw linkeroog.’

Zucht.

Ziekenhuisgrapjeszucht.

Wachten

Het prikuur is nog niet begonnen of het loopt al uit.

‘KNO loopt uit op de operatiekamer.’

‘Hoeveel langer gaat het duren?’ Ik heb nog meer te doen vandaag.

‘Tien tot vijftien minuten.’

Ze kunnen liegen dat het gedrukt staat.

De eerste wachtruimte

In de eerste wachtruimte, daar waar de stip wordt gezet, de slagerskleding aan gaat en onze juwelen uit, wordt het gezellig.

De eerste groep wordt begeleid naar de tweede wachtruimte. Waarom er twee wachtruimten zijn, mag Joost weten, maar het is zo.

Als het groepje met vieren bij elkaar staat in hun schorten en douchemutsen, mompel ik half hardop: ‘Slagerij Van Kampen.’

Mijn buurvrouw, die bijna blind is maar een scherp gehoor heeft, antwoordt; ‘Je bedoelt Slagerij Van Rampen.’

We hebben er stiekem lol om, zij en ik, en dat schept een band.

Bijna blind

Ik vraag haar hoe het voor haar is om langzaam bijna blind te worden en ze vertelt erover met een mengeling van gelatenheid, acceptatie en angst.

Ze is bijna 80 en is bovenal dankbaar dat ze leeft, dat ze helder van geest is en van kleine dingen is blijven genieten. Haar man, die vroeger nog geen kopje wilde afwassen, heeft al het huishoudelijk werk overgenomen. Ze lacht als ze zegt: ‘hij stopt alle was bij elkaar, en nu zijn de lakens grauw, maar ik zie het toch niet en ze slapen net zo goed.’

Haar man gaat trouw mee, iedere keer als ze een oogprik krijgt.

‘Twee maanden geleden heb ik mijn 25-kerig prikjubileum gevierd. Het linkeroog heeft nog vijf procent zicht, dat is uitbehandeld, nu wordt geprobeerd het rechteroog zo lang mogelijk goed te houden.’

‘Hoe goed is dat oog?’

‘Ik zie nog ongeveer zestig procent.’

‘Kunt u nog lezen en televisie kijken?’

‘Lezen doe ik met een loep, ik lees iedere dag een stukje van de krant. Het gaat langzaam en is vermoeiend. Televisie vind ik weinig aan, ik luister liever naar de radio. Verder leest mijn man voor en ik lees grote-letterboeken of luister naar een luisterboek. Ik vind dat ik meer wel dan niet heb en daar ben ik dankbaar voor.’

‘Hoe heet jij eigenlijk?’ vraagt ze.

‘Rita.’

Ze schatert en zegt: ‘Ik Corita’.

Rita Corita. We heffen gezamenlijk aan: 🎶 ‘Koffie, koffie, lekker bak-kie koffie, jongens wie lust er een kop…🎶

Gezelligheid is van alle plaatsen en alle tijden. Ook in de eerste wachtruimte.

De tweede wachtruimte

Om van de eerste naar de tweede wachtruimte te komen, moeten we ongeveer 50 meter over de gang lopen. We passeren een open wachtruimte en ik zie een bekende zitten. Zij ziet mij niet en ik groet haar niet. Ik ben onherkenbaar met mijn muts op en schort aan.

Best fijn, die ontmenselijking des patiënts.

De tweede wachtruimte is groot en kaal. Onpersoonlijk. We zitten letterlijk in een voorportaal.

Weer duurt het wachten lang. Ik zou een half uur geleden al klaar hebben moeten zijn.

slagerij 2Prik

Eén voor een gaan we de operatiekamer binnen. Wie kan lopen loopt, wie in een rolstoel zit, wordt naar binnen gerold.

De operatie, lees handelingen die leiden tot en met een prik in de oogbol, stelt niet veel voor en voor ik het weet, ben ik weer terug in de tweede wachtruimte.

Er zit smurrie in mijn oog waardoor het lijkt alsof ik een oogontsteking heb.

We mogen het stukje over de gang niet alleen teruglopen, er moet per se een verpleegkundige bij zijn. We vragen of ze iemand willen bellen van de ophaaldienst.

Er gebeurt niets.

Na weer tien minuten te hebben gewacht, in ziekenhuizen hangen evenveel klokken als er wachtruimtes zijn, het Eftelingeffect hebben ze er nog bij lange na niet ontdekt, heb ik opeens schoon genoeg van het wachten.

Ik sta op en zeg tegen mijn lotgenoten dat ik dat pokkeneindje wel alleen kan lopen. Drie dames staan ook op: ‘wij gaan mee, we weten de weg!’

Het voelt als een revolte tegen de ziekenhuisdiscipline. Met zijn vieren lopen we terug, via de open wachtruimte, zonder bekenden dit keer, naar de eerste wachtruimte.

Ik loop met Corita aan de arm.

‘De slagersmeisjes melden zich!’, roept Corita bij het betreden van de eerste wachtruimte.

De zuster kijkt verrast op: ‘U kan niet zonder begeleiding over de gang lopen’.

Ik vraag me af wat we dan zojuist deden en zeg: ‘er kan juist zoveel, de melk-kan, de koffie-kan en de pastoor kan…’

Corita vult aan: ‘…Maar die mag niet!’.

Hij is stokoud, maar oh, wat is ie leuk, hier in dit universum waar wij onze identiteit achterlieten in een bureaulade en allemaal voor een paar uur slechts één oog zijn, met een polsbandje in plaats van sieraden en een geboortedatum in plaats van een leven.

Afscheid

Bijna twee uur later dan gepland loop ik met Corita en haar man naar de uitgang. Zij drinken nog een kopje koffie in de restorette.

‘Nee, ik niet, ik ben hier lang genoeg geweest voor vandaag.’

‘Tot de volgende prik Rita!’

‘Ja, Corita, tot dan!’

~~~~~~

30 april 2015

Voor ons collectief geheugen: koffie, koffie:

En de echte Slagerij Van Kampen:


Reacties

Slagerij Van Kampen — 7 reacties

  1. Hoi Rita,
    Mooi omschreven. En er zit gelukkig nog heel veel humor in je verhaal. Over het gedoe in het ziekenhuis zeg/schrijf ik niets. Er komen veel herkenningspunten in voor. O ja, het inkoppertje was natuurlijk geweest dat Wim ook niet meer…………………………… Succes met de verdere behandelingen.

  2. Gelukkig zie je de humor er nog van in!
    Client centraal is daar nog ver te zoeken.

    Werk aan de winkel!!

    Sterkte!!

    charles

  3. wat een toestand voor het prikken van je oog , hier in het ziekenhuis mmc eindhoven is het wel beter geregeld, je komt en een zuster druppelt je oog al in de wachtkamer, daarna word je binnegeroepen om de beurt want er zitten heel wat ouderen waar ik ook dus de jongste van ben , neem plaats in een soort tandartstoel , oogarts druppelt nog een keer, zet een oogklem op wacht ff en dan jodeert ze de plek, dan nog een druppel, en dan komt de prik , voel ik de jodium prikken , druppelt ze nog een een keer extra, dan komt de prik dan zie je allemaal wolken donkere vlekken enz, dan smeert ze een smurrie creme antibotica, en gaat gelukkig die oogklem af…………….klaar, de hele dag voelt je oog dik ellendig aan laat aan zien kost heel veel energie……….met al die vlekken , daarna krijg ik nogal wat steken , in het oog van de werking van medicatie zijn net bijensteken………affijn ben blij als het er op zit en thuis neem ik een paracetamol en zet ik het maar van me af………….ik ga aankomende vrijdag weer

  4. Pingback: Factor V Leiden - runningrita

  5. Pingback: Blindiaan met complicaties - runningrita

  6. Pingback: Glaucoom met zonder pijn - runningrita

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maak de som af om je reactie te plaatsen * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.