Komende woensdag kunnen we stemmen. Veel mensen zullen niet gaan. Ik weet nog niet wat ik zal doen, maar voel me verplicht er vooraf enige denktijd aan te spenderen. Mijn persoonlijke voors en tegens van het Oekraïne-referendum op een rijtje.
Burgerrol bij het Oekraïne-referendum
Het zoemt al het hele weekend door mijn hoofd: komende woensdag is er een referendum. Op de schoorsteenmantel staan onze stempassen, zoals altijd bij verkiezingen, want ik wil ze op het moment suprême niet kwijt zijn. Stempassen worden weken te vroeg verstuurd dus je kunt ze gemakkelijk onbedoeld bij het oud-papier gooien.
Welke burgerrol dicht ik mezelf deze keer toe?
Ga ik stemmen in het stemlokaal en kies ik in het stemhokje voor of tegen?
Of…
Ga ik stemmen met mijn voeten en bezoek ik het stemlokaal niet eens?
Ik weet het niet. Nog niet.
Het associatieverdrag
Ik had er nog nooit eerder van gehoord, van het fenomeen associatieverdrag. De Europese Unie, en daarmee ook Nederland, heeft met ongeveer veertig andere landen zo’n verdrag. Deze deal met Oekraïne is dus lang niet het eerste associatieverdrag.
Het is wel de eerste keer dat wij collectief gedwongen worden na te denken over zo’n verdrag. Dat vind ik stiekem keileuk. Ik heb de kranten goed gevolgd de laatste weken. Ik wil wel weten waar ik voor of tegen zou moeten stemmen.
Oekraine
Ik weet niet veel over Oekraïne. Wat ik weet heb ik van een ‘highly skilled migrant’ die uit dit land kwam en die wij vorig jaar bij FRISS naar Nederland haalden. Het verkrijgen van de juiste papieren om naar Nederland te kunnen emigreren had ze geld gekost, maar ik dacht toen niet direct aan corruptie. Achteraf gezien was het dat waarschijnlijk wel.
Ik associeer Oekraïne eerder met oorlog, de MH17-ramp en een vervallen soort economie dan met corruptie en hoogopgeleide ICT’ers. De politieke onrust bleek voor onze kennismigrant wel de aanleiding om buiten de landsgrenzen op zoek te gaan naar werk.
De technische kennis van onze Oekraïener collega was subliem. In Nederland zijn er weinig software developers op die leeftijd (31 jaar) met zulke formidabele kennis. ‘Hij denkt vanuit de server, en dat is zeldzaam moeilijk’, kreeg ik van techno-collega’s te horen.
Zijn vrouw had het niet naar haar zin in Nederland en hij kwam in technisch opzicht onvoldoende aan zijn trekken, dus na zes maanden vlogen ze huiswaarts. Ik gun hen een politiek stabieler en economisch sterker thuisland.
Politiek
Of je het leuk of terecht vind of niet, dit hele gebeuren hangt samen met allerlei partijpolitieke opvattingen. Er is door politieke partijen in Nederland en door Europese fracties in Brussel al gestemd over dit verdrag.
Een citaat van ThePostOnline (Chris Aalberts): ‘In de Tweede Kamer kregen zowel de associatieverdragen met Oekraïne, Moldavië als Georgië steun van CDA, D66, PvdA, VVD, GroenLinks, ChristenUnie, SGP en 50Plus. SP, PVV en PvdD waren telkens tegen. Eerder stemden ChristenUnie en SGP tegen de Europese grondwet.
In het Europees Parlement werd ook over deze associatieverdragen gestemd. Hier waren wederom CDA, D66, PvdA, VVD en GroenLinks voor samenwerking met Oekraïne, Moldavië en Georgië. Alleen SP en PVV waren steeds tegen. De PvdD was meestal tegen, maar onthield zich bij Moldavië van stemming.
Dit is allemaal redelijk consistent met de lijn van de politieke groepen waar de Nederlandse delegaties deel van uitmaken. In Brussel zitten ChristenUnie en SGP samen in de Conservatieve fractie (ECR). De toenmalige tegenstanders van de Europese grondwet zijn nu met hun Europese fractie voor deze associatieverdragen.’ (Einde citaat.)
Kortom, een ‘tegen’-stem staat gelijk aan de mening van de PVV, de SP en de PvdD. Deze partijen hebben geen van drie mijn sympathie.
Puur op partijpolitieke standpunten bezien zou het voor de hand liggen dat ik ‘voor’ zou gaan stemmen.
Een ‘zomerdingetje’
Maar, ineens is er ophef over het referendum. De kranten en het journaal zijn er vol van. Het referendum was een ‘zomerdingetje’ van een aantal als (oer)conservatief bekend staande populistische media en publicisten. ‘Het is een schande’, klinkt in vele artikelen en reportages door, ‘dat een democratisch middel als het referendum is misbruikt voor een lolletje’.
Wat ik verwonderlijk vind, is dat dat nu pas een schande wordt gevonden. Het leek mij al de hele tijd duidelijk. Dat de EU-dwarsbomen belangrijker is dan het associatieverdrag met Oekraïne, vind ik niet verwonderlijk, dat ligt eerder in de lijn der verwachting. GeenStijl en het aanverwante GeenPeil zijn beide niet bepaald inhoudelijk genuanceerd gedreven media.
Voetenstem
Ik hoor dezer dagen op social media en in diverse kranten een oproep klinken vóór de voetenstem.
Juist om de aanvragers van het referendum te laten zien hoeveel minachting je hebt voor hun ‘zomerdingetje’, moet je een voetenstem uitbrengen, wat betekent dat je NIET gaat stemmen.
Het wrange daarvan is dat je de ‘nee’-stemmers in de kaart speelt. Wegblijven heeft tot gevolg dat ‘tegen’-stemmers een grotere kans maken het pleit te winnen. Als de opkomst laag blijft door veel voetenstemmers, is de kans reëel is dat de kiesdrempel van 30 procent tóch wordt gehaald, maar dan wel met een overgrote meerderheid van ‘tegen’-stemmers.
Ik ben tégen de voetenstem.
Ouderwets
Ik heb een ouderwetse opvatting over stemmen: je hebt in Nederland vanaf je 18e verjaardag het recht te mogen stemmen. Hoe klein je invloed misschien ook is, het is een democratisch recht en dat recht is niet vanzelfsprekend. Kijk maar om je heen in de wereld, waar nog steeds zoveel niet-democratische regimes zijn.
Niet-stemmen getuigt in mijn ogen van minachting van je kiesrecht. Het is een recht, maar in meer ethische zin een plicht. Daar ben ik ouderwets in.
Blanco-stemmen
Ook ‘blanco’-stemmen is niet de oplossing. Je stemt blanco als je niets invult op het kiesformulier. Een blanco stem is in de telling óók een stem. Omdat de kiesdrempel van 30 procent belangrijk is bij dit referendum, staat een blanco-stem al gauw gelijk aan een ‘tegen’-stem, want door deel te nemen, vergroot je de kans dat de opkomstdrempel van 30 procent wordt gehaald.
Kortom, blanco-stemmen staat in de uitkomst gelijk aan ‘tegen/nee’-stemmen.
De vraag
De formulering van het komende referendum (citaat van NRC.nl, bij monde van Wilmer Heck):
‘”Bent u voor of tegen de wet tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne?”
In het referendum wordt burgers gevraagd of ze het ermee eens zijn dat het Nederlandse parlement akkoord is gegaan met het associatieverdrag met Oekraïne. Als antwoord kan ‘voor’ of ‘tegen’ worden gegeven.’ (Einde citaat.)
Je kiest dus niet rechtstreeks voor het of tegen het associatieverdrag met Oekraïne, maar voor of tegen een Wet die het verdrag goedkeurt. Je bent voor of tegen een wet van iets waar de politiek in Nederland al over heeft besloten. Dat deden zij met hun volmacht die wij hen met ons allen hebben gegeven via de verkiezingen voor de Tweede Kamer en het Europees Parlement.
Je stemt dus in zekere zin voor iets waar je al eerder je stem voor uitbracht. Mijn logica wordt abstract, maar feitelijk wordt je met dit referendum gevraagd jezelf te controleren.
Referendum
Met het fenomeen ‘referendum’ is iets vreemds aan de hand.
Hans Goslinga van Trouw formuleert dat mooi: ‘Staatsrechtelijk is het niet relevant wat de motieven van de initiatiefnemers en straks de kiezers zijn, het gaat om de uitkomst. Maar als je burgers mobiliseert om een referendum en daarmee een breed publiek debat uit te lokken, moet je wel helder zijn over je politieke doel. In dit geval is onzuivere koffie geschonken, waarmee een algemeen bezwaar tegen referenda is bevestigd: het gaat niet waarover het gaat.
De koffie is niet alleen onzuiver, maar ook nog ranzig. De initiatiefnemers zeggen te handelen uit bezorgdheid over de democratische legitimiteit van de Europese Unie, maar ontzien zich niet de ontwikkeling van Oekraïne naar een democratische rechtsstaat daaraan op te offeren. Met hun uitspraak dat zij ’tegen het Nederlandse parlement’ zijn, onderstrepen zij in dubbel opzicht de onrechtmatigheid (Goslinga schrijft: anomalie) van het referendum.’ Einde citaat.
Sommige politieke partijen, met D66 als vaandeldrager, ijveren zich voor een verdere uitbreiding van het gebruik van referenda. Ik weet niet of ik daarvoor ben. Neem dit voorbeeld, we stemmen over iets waar we al eerder over stemden. Wat is de toegevoegde waarde?
Plus: gaat het waar het over gaat? Ik zou zeggen, nee. Het is een geldverslindend lolletje van mensen die niet mijn politieke vrienden zijn. Maar toch, vooralsnog geef ik het referendum als democratisch middel het voordeel van de twijfel.
Kieskompas
Om mijn voorlopige idee te toetsen heb ik ook het speciale kieskompas over het Oekraïne-referendum ingevuld. De uitslag bevestigt mijn idee.
‘Voor’-stemmen
Aan het begin van dit blog wist ik het nog niet. Nu weet ik het wel.
Er staat mij aanstaande woensdag maar één ding te doen dat in mijn ogen het juiste is, naar mijzelf, naar mijn kiesrecht en als lange neus naar de lieden van het ‘zomerdingetje’ en hun fans, en dat is ‘VOOR’-stemmen.
3 april 2016
Rita, lees vandaag nog eens Bert Wagendorp in de Volkskrant, hij geeft je een duidelijk advies hoe (niet) te stemmen. Ik zou het niet beter kunnen opschrijven, maar ik ben dan ook geen collumnist. Als Utrechter lever ik woensdag voor de tweede keer in mijn leven mijn stembiljet niet in. In Utrecht hadden we jaren geleden de burgemeestersverkiezing, weet je nog?
Mijn besluit om ‘voor’ te stemmen staat vast Ed. Ik ben tégen de voetenstem. Maar ik zal naar je luisteren en Wagendorp erop nalezen, als dat online kan.
Via Twitter kreeg ik gisteren een tip van iemand uit Oekraïne om een film te bekijken. Hoewel het propagandagehalte ervan te groot is, is kijken in het licht van deze discussie toch de moeite waard.
https://youtu.be/LQ0EMr2iF0Q (20 minuten)
Pingback: Nieuws van het paddenbevrijdingsfront - runningrita