Memento Mori
De donkere dagen voor kerst zijn niet bepaald de dagen van Carpe Diem (pluk de dag), eerder van Memento Mori (gedenk te sterven). Ik heb weinig herinneringen aan de lessen geschiedenis op de middelbare school, ik weet nog wel dat het Memento Mori van de Middeleeuwen werd gevolgd door het Carpe Diem van de Renaissance (wedergeboorte).
De dag voor kerst is een soort gedwongen Memento Mori voor mij. Het is de dag dat mijn vader verjaarde. In 1929 kwam hij als kerstcadeau ter wereld.
Volgens zijn moeder zou hij altijd ‘un oenstrante kringe bluuven’[1].
Kerkhof
Deze week stond ik voor het ieniemienie-grafje van mijn vader. Niet dat mijn vader zo klein was, hij had een normaal postuur, maar hij is gecremeerd en daarna is de urn met zijn as erin begraven. Daarvoor heb je geen normaal graf nodig. Een postzegelgraf van een bij een meter volstaat.
Ik stond daar en dacht:
Je kunt beter verstrooid zijn dan worden.
Dit geeft wel ongeveer het niveau van mijn gevoelens weer als ik op het kerkhof ben. Ik vind er helemaal niks en dientengevolge vind ik een bezoek eraan een bezoeking.
Tweejaarlijks
Toch kom ik er twee keer per jaar. Eenmaal op zijn verjaardag en eenmaal op zijn sterfdag. Dat doe ik voor mijn moeder, niet voor mijzelf. Voor mijn vader doe ik het al helemaal niet. Die had er zekers-te-weten niks mee op gehad, met dat begraven van zijn as.
Niet dat hij er iets over te vertellen had. Dan had hij maar niet veel te jong en veel te plotseling moeten overlijden, op zijn 74e, aan een hartaanval.
Mijn moeder besliste dat zijn urn begraven zou worden, en wel op een kerkhof dat wel in dezelfde stad is gesitueerd, maar helaas zover mogelijk van haar eigen huis. Dat is qua kerkhofbezoek uiterst onpraktisch. Maar op de momenten van dergelijke beslissingen zijn de praktische zaken van het leven ver weg.
Buurvrouwen
Het kerkhof is veranderd in de loop van de vijftien jaren dat ik er nu kom. Het islamitische deel raakt steeds voller en ook het urnendeel raakte langzaamaan vol. Mijn vader heeft heel lang maar een buurvrouw gehad, maar nu heeft hij ook aan de andere kant iemand liggen.
Of sta je in een urn?
Kaarsje
Als goed opgevoed meisje kom ik niet met lege handen, maar neem vijf mooie rode rozen mee en vaak ook een rode kaars met een dakje tegen het uitwaaien, waarvoor ik meestal vergeet lucifers mee te nemen, maar dit jaar niet. Het kaarsje brandde braaf toen ik wegliep.
‘Dag papa, tot in de lente.’
Gezellig
Op de steen staat heel simpel zijn naam met zijn geboorte- en sterfdag. Op de steen, alsook in het grafje, is ook ruimte voor de naam, de data en de urn van mijn moeder.
In principe is dat een gezellige gedachte, ware het niet dat zij heeft beslist er geen gebruik van te zullen maken. Ze wil, als het zover is, dat mijn zus en ik de as van onze beide ouders door elkaar mixen en die dan uitstrooien boven de Dommel, het riviertje waar hun huis op uitkijkt.
Ik denk dat mijn vader daar blij mee zou zijn geweest. Hij was evenmin als ik een kerkhovenliefhebber.
Mixen
Nu heb ik onlangs gelezen dat er geloven zijn waarin wordt geloofd dat je de as van een persoon niet mag mixen met iets of iemand anders, omdat dan de ziel geen eenheid blijft. Of eigenlijk, in deze toekomstige situatie, omdat beiden zielen dan geen eenheid blijven. De ziel kan gaan dolen en het komt dan nooit meer goed met zo’n ziel.
Waar natuurlijk de uitdrukking ‘hij is een dolende ziel’ vandaan komt.
Ik herinner me dat de weduwe van volkszanger André Hazes diens as op diverse manieren inzette en zo verschillende rituelen afwerkte om zo zijn ook vroege dood enige zin te geven. De as kwam in een tatoeage terecht, werd op zee uitgestrooid en er werd een vuurpijl de hemel ingeschoten met wat as erin.
Jammer wel, dat de ziel van André daarmee onthecht raakte van zichzelf.
Asprobleem
Ondertussen krijgen mijn zus en ik zo wel een onmogelijke opdracht mee. We moeten eerst al 86.000 boeken uitzoeken en verdelen en dan als klap op de vuurpijl moeten we ook nog het asprobleem van onze ouders oplossen.
Enfin, de tijd zal ons leren hoe dat probleem op te lossen.
Lichtpuntje
Een lichtpuntje is wel dat ik er bij nader inzien blij mee ben dat er gecremeerd wordt in ons deel van de familie. Het alternatief, begraven, vind ik toch minder. Vooral het idee dat je langzaamaan ligt weg te rotten in de grond, dat hoeft van mij niet. Of nog gruwelijker, dat je stukje bij beetje wordt opgegeten door allerhande kleine en grotere dieren. Wat wel heel cradle-to-cradle is.
En bij begraven zit je hoe dan ook vast aan een kerkhof, wat dat betreft geeft cremeren toch meer vrijheid. Je kunt de as verstrooien, de urn met de as op je nachtkastje zetten, op de schoorsteenmantel of op een speciaal aangeschaft altaartje, of je kiest voor een ieniemieniegrafje.
Bij dat laatste heb je het beste van twee werelden. Het praktische en directe van de verbranding (carpe diem) en de blijvende nagedachtenis in de vorm van een graf (memento mori).
Zo redenerend heb ik begrip voor het besluit van mijn moeder. Dat nota bene overhaast moest worden genomen.
Student
Jaren en jaren daarvoor, ik was nog student aan de KU in Nijmegen, belde mijn vader op en overviel mij met de mededeling: ‘Ik wil even doorgeven dat ik een crematieverzekering aan het regelen ben voor ons alle vier’.
‘Een wat?!’, riep ik meteen op mijn achterste benen in opperste verontwaardiging terug.
‘Een crematieverzekering. Als ik dat nu doe is dat veel goedkoper dan als je dat later doet.’ Mijn vader was een praktische doener.
‘Nee, dat wil ik niet. Ik weet niet eens of ik gecremeerd wil worden of begraven!’
Toen waren de rapen gaar.
‘Wil jij niet gecremeerd worden? Maar weet je wel dat wij en de generatie voor ons daar jarenlang voor hebben gestreden?’
Bij mijn vader was alles waarvoor strijd nodig was heilig.
‘Daar weet ik niets van en het interesseert me ook niet. Ik ben 20, ik ben nog helemaal niet aan het doodgaan. Ik wil daar niet eens over hoeven nadenken, dat doe ik later wel. Ik heb nog tijd zat.’
Carpe Diem
Feitelijk redeneerde ik precies hetzelfde als ik mijn jonge collega’s nu hoor en zie doen als het over hun pensioen gaat. Je weet ergens best dat het ooit gaat gebeuren (memento mori), maar je steekt liever je kop in het zand (struisvogelpolitiek) of wilt je goede humeur niet verpesten met zwartgallige gedachten (carpe diem).
Heel begrijpelijk en heel dom. Maar levenservaring doe je nu eenmaal op door te leven, niet door goed te luisteren.
Praktisch
Nu ben ik al bijna drie keer zo oud als toen en had ik er lekker warmpjes bij kunnen zitten als de stervensnood aan de man zou komen, letterlijk en figuurlijk (maar dat terzijde), maar nee-nee, ik wilde geen crematieverzekering. Nu moet ik te mijner tijd mijn eigen boontjes doppen. Of beter, mijn nabestaanden.
Ondertussen weet ik dat ik toch het schone, het praktische, het onmiddellijke, het duidelijke van een verbranding verkies boven het langzame, het onaantrekkelijke, het donkere van begraven. Alleen wel met een plechtigheid die niet in een crematorium plaatsvindt, want wat zijn dát koude en holle gebouwen, met al hun natuurstenen wanden, afstandelijke kunst en eindeloze parkeerplaatsen, en die uitgestrekte kilte ondanks de onmiskenbare hitte van de oven, waar het ter plekke allemaal om te doen is.
Maar…, hoe was ik hier gekomen?
Ach ja, de verjaardag van mijn vader…
Mijmeringen
Zijn steen en het kerkhof heb ik niet nodig om mijn vader te gedenken.
Voor mij is hij voelbaar als ik langs de Technische Universiteit in Eindhoven rijd of over het TU-terrein fiets. Daar waart zijn ziel. Niet in zijn grafje, niet in de Dommel, maar tussen de boeken en computers in W-hoog. En natuurlijk in het huis waar mijn moeder nog steeds woont.
Daar zit hij in zijn stoel koffie te drinken met haar en kijkt over het Dommeldal. Zoals altijd. Hij wringt er zijn handen bij, zoals hij deed als hij tevreden en gelukkig was.
Mijn vader had niet veel nodig om gelukkig te zijn.
Stoplicht
En altijd denk ik aan hem als ik voor een rood stoplicht sta. Als na een tijdje het licht op groen springt en ikzelf of de wachtenden voor mij niet meteen reageren, denk ik : ‘Groener wordt het niet.’
Ik hóór het hem zeggen.
Groener wordt het niet.
Ik kan het niet nalaten om terug te zeggen:
Lieve papa, je kunt véél beter verstrooid zijn dan worden.
28 december 2018
[1] Un oenstrante kringe bluuven = dialect van Goeree-Overflakkee (Z-H) voor: een ondeugend kind blijven.
PS:
Op zoek naar een passende illustratie stuitte ik op een site via welke de wetenschappelijke publicaties waaraan mijn vader heeft meegewerkt te vinden zijn. Dat is ruim dertig à veertig jaar na publicatie en vijftien jaar na zijn overlijden. Wat leuk dat zijn werk nog online te vinden is! Hier is de link.
Hallo Rita, erg leuk om te lezen, ik wordt gewoon meegenomen in je gedachten. En de verschillende zwenkingen. Ik geniet er van, en herken er veel in. Dank. Groet. Jan.
Wat leuk om zo snel al een reactie te krijgen! Ik was de tekst nog aan het redigeren. Echt fijn. 😀