Ouderdag

R.K.S.V. Albertus Magnus, door de leden kortweg Albertus genoemd, heeft haar jaarlijkse ouderdag voor sjaarzen.

Wij bezoeken samen met onze zoon, die lid is, De Kroeg, een oud pand in de binnenstad van Groningen en het clubgebouw van Albertus.

In een druilerig Groningen wachten honderden studenten, keurig kortgeknipte mooie jong en een enkele hoarmans, een minderheid aan langharige pronkjewails en ongeveer twee keer zoveel oudere jongeren van gemiddeld dertig jaar ouder dan de studenten, op de stoep voor een kwinne huus waar voor de gevel twee lichtblauwe banieren met rode dingerais tot bijna op de grond hangen

Onderaan dit blog vinden luu die hooghoarlemmerdieks proaten, de betaikenis van de Grunnegse woorden en gezegden.

Rozet

Onze groep is enigszins herkenbaar aan een rozet die wordt gedragen door bijna alle olle luu en verdere familie, hetgeen beperkt blijft tot twee zussen, waarvan één van een tweeling. Op de rozet staat ‘best dad’, ‘best mom’ of ‘best sis’.

Ik voel me als het peerd dat met knolscheuren derde is geworden en daarvoor een rozet op zijn halster geprikt kreeg.

Na een tijd in de miezerregen te hebben gestaan kunnen we schuifelend naar binnen. Onze zoon loodst ons als een echte padwiezer door de donkere gang naar een zware, donkerbruine houten deur waarachter een grote, lege en donkere ruimte ligt waar een lauwwarme walm van verschraald bier ons in het gezicht slaat.

Moar olle luu: nait soezen, kop der veur!

Mores en tradities

We krijgen een praatje van de kroegcommissie, bestaande uit zestien jongens die samen deze gezellige ruimte runnen vol mores, tradities, haardvuur, wagenwielen, brandslangen, jacquets en gezellig brandende kaarsen.

De Kroeg is zes dagen per week open tot een uurtje of zes, zeven, acht. In de mögn.

Kon minder!

Ik raak in de war. Hoe zit het met die namen? Het hele pand heette toch De Kroeg? Zoon legt uit dat deze ruimte de Kroeg heet en dat het hele pand gemakshalve ook De Kroeg wordt genoemd.

Kopschraberij doar in Grönn.

Keersen

In het studentenbolwerk zijn overal tradities met gezellig glinde keersen. Wij leren dat dat is om een paar paters uit vervlogen tijden te eren, tenslotte is dit de RK Studentenvereniging Albertus, en omdat brandende kaarsen gezellig zijn.

Om die gezelligheid is het hier te doen.

Daar komt ook wat bier bij kijken, en hier en daar wat rituelen van bier in je nek, rode gordijnen die klokslag tien uur ’s avonds dichtgaan tegen gadderen en loeren en voor het besloten-sektegevoel (niet mijn woorden, maar die van een der speechende commissieleden), tot gezellige theezakjes die aan het gezellig vlekkerige plafond hangen.

Zo nuver as ’n stuver.

Gezellig

Na de Kroeg volgen de Leeszaalcommissie, kortweg LC, de kocie, ofwel koffiecommissie en de huishoudelijke commissie op beune, waar alleen nuver wichten in zitten, met allemaal hetzelfde lange haar. De jongens mogen daar graag brommers kieken.

Overal zijn tradities en mores en overal is bier.

En gezelligheid natuurlijk.

Boeren en swienen worden knorrende vet.

Zijwieltjes

Wij ouders bewegen ons langzaam door het pand, waar de trappen drie trapleuningen hebben, twee aan de kant en één in het midden van de trap, waardoor het lijkt alsof je op de kermis bent en de Cakewalk oploopt, maar die natuurlijk vooral praktisch is als je door een te veel aan gezelligheid en een klein beetje te veel aan bier, niet anders kunt dan holderdebolder van de trap afdonderen, tenzij een leuning in het midden, te vergelijken met de zijwieltjes aan een kleuterfiets, je overeind blijft houden.

Motto: elk pist oet zien aigen piethoane.

Sieferties

Per week gaat hier 6000 liter bier door de dorstige kelen. Dat is verrekte gezellig. En best veel, zelfs als er 2000+ leden zijn om daaraan mee te werken.

Moar dat komt nait goud. Most kerke wel midden in t dörp lotten.

Buiten op het dakterras gaan wij op de foto, nog steeds miggelt ’t wat oan, en horen nog een paar onverstaanbare touspreeksels van proatjeboxems van alweer een paar andere commissies, die je allemaal prima kunt combineren met je studie en die het vooral goed doen op je cv, later als het leven een stuk minder gezellig is en als er vooral ook minder bier op het menu staat.

Zoals wij thuis altijd zeggen: ‘t is nait aal doage kovvie mit kouke.’

Knoop

Weer helemaal beneden zien we een aantal jassen in een knoop aan de kapstok hangen.

‘Zo hang je je jas hier op’, zegt zoon, ‘als iemand dronken is, wil er nog weleens een willekeurige jas van de kapstok worden getrokken, een jas is tenslotte een jas en zo’n knoop voorkomt dat heel effectief.’

Biederhaand bin ze woal, die slörms.

Vrienden voor het leven

Na het bezoek aan De Kroeg gaan we dikkedakken met de jongens, die met elven zijn en ‘Onze Jaargroep’ heten.

De jongens zijn trots op elkaar, op Stad, op Albertus en hebben het reuze gezellig met elkaar. En, opvallend genoeg, veel bier zag ik de kelen nog niet in verdwijnen.

‘Deze vriendschap is voor het leven’, zeggen ze.

Isso!

Glinde keersen, vers bier, een dagelijkse dosis gezelligheid en gezamenlijk betaalde bekeuringen voor het op stroat proempie oetkniepen zorgen daar ongetwijfeld vanzelf voor.

Onze Jaargroep: kraben en knooien is nait veur aiweg! 

26 april 2015

Betaikenis voor luu die hooghoarlemmerdieks proaten

(= betekenis voor mensen die alleen Hollands praten)

• Beune = zolder
• Boeren en swienen worden knorrende vet = boeren en varkens hebben een lui leventje
• Brommers kieken = vrouwtjes kijken (een brommer is een ploffert)
• Biederhaand bin ze woal, die slörms = bijdehand zijn ze wel, de slungels
• Dikkedakken = uitgebreid dineren
• Dingerais = kan alles betekenen
• Elk pist oet zien aigen piethoane = ieder moet voor zichzelf zorgen
• Gadderen en loeren = nieuwsgierigheid
• Glinde keersen = fel brandende kaarsen
• Grunnegs = Groningse taal
• Hoarmans = jongen met lang haar
• Isso! = ja, echt!
• Kopschraberij doar in Grönn = in Groningen zijn ze slim
• Knolscheuren = paardrijden
• Kon minder! = schitterend!
• Kraben en knooien is nait veur aiweg= (altijd maar) hard werken is niet voor alledag
• Kwinne huus = oud pand
• Miggelt ’t wat oan = het miezert
• Moar dat komt nait goud = Maar dat klopt niet
• Mögn = morgen
• Mooie jong = lieve jongens
• Most kerke wel midden in ’t dörp lotten = je moet niet overdrijven
• Nait soezen, kop der veur! = niet zeuren, houd moed!
• Nuver wichten = mooie meisjes
• Olle luu = ouders
• Op stroat proempie oetkniepen = wildplassen
• Padwiezer = loods
• Peerd = paard
• Pronkjewails = mooie meisjes
• Sieferties = statistieken
• Stad = de stad Groningen
• Sjaars = eerstejaars
• ’t Is nait aal doage kovvie mit kouke = het is niet altijd feest
• Touspreeksels van proatjeboxems = speeches van praatjesmakers
• Zo nuver as ’n stuver = piekfijn voor elkaar.