Dag 10 – Vallen en opstaan
Hardlopen
Hardlopen is fijn als je conditie goed is en je spieren en pezen zo sterk zijn dat je ze zonder problemen meerdere keren per week kunt belasten. Voor een goede conditie moet je minstens drie keer per week lopen, liever nog wat vaker of afwisselen met iets anders, spinnen bijvoorbeeld.
De laatste jaren heb ik meer niet dan wel kunnen hardlopen door de ellende met mijn blinde oog. Het gevolg daarvan is dat mijn conditie momenteel verre van benijdenswaardig is en dat mijn spieren en vooral de pezen minder belastbaar zijn. Een blessure ligt zo op de loer als je je fysiek niet goed kunt bijhouden.
Gevallen vrouw
Sinds ik met één oog hardloop, val ik nogal eens. Afgelopen zaterdag was het weer zover. Na de warming-up was ik zo’n beetje 50 meter op gang met de echte training en KLABAM! Daar donderde ik tegen de vlakte. Weer een boomwortel die verdekt stond opgesteld.
Het was alsof er een olifant ter aarde viel. Wat een dreun. Onelegant ook.
Opkrabbelend viel de pijn aan mijn beide knieën meteen op en die aan mijn linkerhand. Pas toen er bloed te zien was, keek ik naar mijn linker elleboog. Jawel, daar zat hij, de zoveelste schaafwond. Er is een heel kerkhof aan littekens op mijn beide ellebogen bijgekomen sinds de visuele uitdaging van het sporten met één oog begon.
Onbezorgde kilometers
Waarom doe ik het mezelf nog steeds aan? Dat eindeloze opbouwen van een beetje conditie, tal van blessures voor lief nemen en hijgend als een rinoceros door het bos struinen. Waarom?
Dat is simpel. Ik heb een diep verlangen naar de terugkeer van de mogelijkheid om onbezorgde kilometers te lopen langs de Kromme Rijn, over het jaagpad van Utrecht naar Bunnik en weer terug.
Om mee te doen met de Utrechtse Singelloop, de Nijmeegse Zevenheuvelenloop, met de Veluweloop en U-Tracks eigen Pheidippidesloop. En dan niet amechtig blij zijn als ik het net aan heb uitgelopen, maar gewoon, met een aardige conditie zo’n afstand met een zeker gemak afleggen.
Heerlijk lijkt me dat.
Ik moet er nog heel veel trainingsarbeid voor verzetten en voor lief nemen dat ik daarbij regelmatig val. Het zij zo. Een schaafwond is niet het einde van de wereld.
Hoe het zo kwam
In de afgelopen drie-en-een-halve jaar heb ik het hardlopen volgehouden uit een soort ingesleten gewoonte. Zoals anderen bier drinken op vrijdagmiddag, of naar moetbal kijken als dat op tv is, zo liep ik hard. De drive om er wat van te maken, kwam niet echt van binnen.
Dat veranderde op slag toen ik vlak na de laatste oogoperatie, op een van de eerste warme dagen van dit voorjaar, met de-man-over-wie-ik-niet-schrijf en een van mijn middelbare-schoolvriendinnen op het terras zat van een uitspanning in Amelisweerd. We keken uit op de Kromme Rijn met pal daarlangs het jaagpad. Ik voelde me beroerd.
Kromme Rijn
De ene na de andere hardloper kwam langs over het jaagpad. Sommige liepen alleen, andere liepen in een groepje of met zijn tweeën. Ineens wist ik heel helder: ‘daar wil ik ook weer lopen’.
Dit najaar wil ik weer de 15 trainingskilometers kunnen lopen die ik altijd loop ter voorbereiding op de Zevenheuvelenloop. Vanuit huis via De Bilt naar Bunnik en dan langs het jaagpad terug naar Utrecht.
Het hardlopen wordt me niet afgepakt. Nu niet en nooit niet.
10 juli 2018
Hi Rita
Als geen ander weet ik wat hardlopen betekent voor een mens, voor een atleet.
Als je leuk vind, lopen we samen eens dat krommerijnpad. Ik loop er ook graag, maar veel te weinig.
Kunnen we gelijk eens echt kennismaken.
Geef maar een kreet
Greetz,
Ruud
Prima idee Ruud, dat duurt alleen nog wel even. Ben nu nog echt aan het opbouwen. Eerste doel: 30 minuten, zit eraan te komen… 🙂